Zomer in Amsterdam
Door: Gaby en Hiske
Blijf op de hoogte en volg Gaby & Hiske
07 Juni 2012 | Argentinië, Cafayate
De eerste dag bestaat voornamelijk uit een boekje lezen in de zon en het dorpje afstruinen op zoek naar eten. De volgende dag laten we ons informeren over de mogelijkheden om naar Machu Picchu af te reizen. In ons reisboek lezen we dat we moeten op passen voor zakkenrollers op en nabij het treinstation in Ollantaytambo. Nu weten we waar deze schurken zich schuilhouden...... achter het loket bij de kaartverkoop. Het goedkoopste treinkaartje is namelijk nog duurder dan de toegang tot Machu Picchu. Dat doen wij zuinige Hollanders natuurlijk niet. Er is een tweede optie alleen die is wat omslachtiger. Het komt er op neer dat je dan met een busje in zes uur in een grote boog om Machu Picchu heen gaat naar Santa Theresa en vervolgens loop je in 2 ½ uur langs de treinrails vanaf de andere kant naar Aguas Calientes (=Machu Picchu-dorp). Deze reis kost je dus wel een hele dag maar qua ´soles´ ben je driekwart goedkoper uit. Ondanks dat de busjes er heen rijden is het niet waarschijnlijk dat onze auto het zonder vierwielaandrijving gaat redden en bovendien hebben we hier in Ollantaytambo een veilige plek voor onze auto dat is nog maar de vraag of dat in Santa Theresa gaat lukken.
We laten even alles bezinken en gaan de dag erna de markt van Pisac vereren met een bezoekje. De markt is hier toch wat kleinschaliger dan verwacht, maar we zien wel wat mooie spulletjes. Met name de gewoven sjaals zijn indrukwekkend. Hierop staan allemaal symbolen, die ook echt iets betekenen zoals de pootafdrukken van een lama of de besneeuwde bergen. Na een aantal van de sjalen bij Hiske omgehangen te hebben vinden we een mooie. En wat mag deze kosten vragen we de verkoopster: `Je mag hem voor 100 euro meenemen`. Ai, dat is toch net 10 keer teveel voor een sjaal :). We kijken nog wel even verder. Blijkbaar zitten we al te dicht bij toeristenstad Cuzco en zijn er werkelijk mensen die er dit geld er voor neerleggen. Dan proberen we maar wat leuke foto´s te schieten. Op zich is dat hier heel makkelijk, want de traditioneel geklede kinderen en vrouwtjes komen hier gewoon naar je toe om te vragen of je een foto wil nemen. Maar voor niets gaat de zon op en achteraf moet je natuurlijk wel betalen. Nou vooruit dan maar wij een leuke foto en zij wat zakgeld. Bij een jongen en zijn kleine broertje maken we een foto. De jongen doet errug zijn best om vriendelijk te lachen, maar het is een zeer mislukte poging. Zou hij niet weten hoe je moet lachen of is dit zijn poging om toeristje te pesten? Nadat ik eerst de fout heb gemaakt om `brood` te kopen bij een stalletje langs de weg (prima wapen) moeten we het goedmaken met een paar lekkere broodjes bij een echte panaderia. Terwijl ik altijd dacht dat moederdag een Nederlandse marketing uitvinding was, blijken ze hier ook heel erg aan moederdag te doen. Alle kinderen kopen of bloemen of een taart met voor mama erop. De moeders lopen allemaal met confetti op hun haren.
Op de terugweg stoppen we nog even in Urubamba om wat te luchen bij een restaurantje. Hier hebben we de keuze uit: een hele kip, een halve kip of een kwart kip.... nou doe maar kip dan :). We zien dat het stampvol is met lokale mensen, lekker uit eten met moederdag. Weer eens wat anders dan kip met rijst .....laten we uit eten gaan en kip met rijst eten :). Tot onze verbazing blijkt het een overlekker geroosterd kippetje met een soort culinaire pestomarinade en er was zelfs een saladebarretje! Als we `s avonds de slaapzak inkruipen worden we weer geconfronteerd met het bizarre klimaat hier. Waar het `s nachts en overdag in de schaduw berekoud is, maar overdag in de zon je binnen een paar tellen verbrandt.
De volgende dag beklimmen we eerst de pre inca ruines boven het dorp, waarna we de knoop doorhakken en uiteraard kiezen voor de budget optie om bij Aguas Calientes te geraken. Volgens de hoteleigenaar gaat het busje richting Santa Theresa om 9 uur vanaf het plein. Dus wij zijn daar om 8 uur en vragen het nog 10 keer en dan blijkt de stiptheid toch niet helemaal te kloppen. Verrassing! De ene zegt; `ergens tussen half 10 en half 2`, een ander zegt; `hij komt elke anderhalf uur` en weer een ander zegt dat we het beste op het plein op een bankje kunnen gaan zitten en goed opletten. Tsja dat is dus even omschakelen naar de backpackers manier van reizen :). Maar zowaar stopt er na anderhalf uur een busje waarvan de bestuurder Santa Maria blert (onze overstapplaats). Het lijkt zowaar een redelijk nieuw en veilig busje en er zitten niet al 40 mensen in, dus alles lijkt prima in orde te gaan komen. Ik begin me tijdens de rit wel te ergeren aan de bestuurder, die een dienst van een vriend overgenomen lijkt te hebben terwijl hij zelf nooit eerder een busje gereden heeft. Bijvoorbeeld op het moment van insturen in een blinde haarspeldbocht toetert hij eerst een paar keer om daarna pas (uiteraard te laat) in te sturen. Maar gelukkig geen bussen of vrachtwagens tijdens het stunten.
Wonder boven wonder bereiken we Santa Maria en worden daar door een wachtende taxibestuurder begeleidt naar zijn taxi. Daar zitten we dan een tijdje in te wachten tot de rest van de passagiers bij elkaar gewinkelt zijn. Willen we net wegrijden komen er nog twee mannen aan. Maar alle stoelen zijn bezet, geen probleem voor de oude mannetjes, die gaan wel in de achterbak :). Na net voldoende te hebben getankt om het volgende stadje te halen gaan we op pad. Eerst nog rustig, maar als we op het stoffige pad langs een diep ravijn worden ingehaald gaat het onze bestuurder allemaal iets te ver. Onze ex-dakar rallyrijder trapt het gaspedaal vol in en probeert de andere taxi op alle onmogelijke plekken in te halen en loopt ondertussen wild te toeteren. Op een gegeven moment ziet hij een piepklein gaatje en sjeest langs de andere auto. Dan kunnen we onze ogen weer open doen en ademhalen. Als de stofwolken langszaam verdwijnen weten we dat we nog leven :). We kijken naast ons en daar ligt een meisje gewoon lekker te slapen, terwijl wij doodsangsten uitstaan :).
In Santa Theresa worden we gedwongen over te stappen in een andere taxi waar al een passagier, een oud mannetje in zit. Hij klaagt luid dat de `gringo`s` op moeten schieten, want hij heeft niet de hele dag. Als we vijf minuten rijden dan stoppen we omdat meneer een cola wil hebben *zucht*. Dan gaan richting de waterkrachtcentrale vanaf waar onze wandeling begint. Vanaf hier rijdt ook een treintje naar Aguas Calientes, maar wij willen lopen. We lopen een paar honderd meter langs de rails en ploffen dan neer voor de lunch. Dan komt er een groep wandelaars voorbij met een gids en wij denken `oh jee is het dan zo lastig?`. Maar we eten rustig verder tot er verderop weer een groep met gids nadert. Misschien is het toch handig als we deze groep stiekem volgen, denk ik. We pakken onze spullen in en lopen ze achterna. Maar als we een sluipdoor kruipdoor paadje nemen zijn we ze kwijt en zijn we weer alleen. Er zit niets anders op dan gewoon de rails volgen, denken we. Als we dan later even stoppen blijkt de groep achter ons te zitten :). De gids blijkt hun ook gedag te hebben gezegd, dus zo lastig was het allemaal niet. We laten de groep achter ons en volgen de rails en daarmee ook de rivier. Nadat we anderhalf uur door de vallei hebben gelopen zien we in de verte op een bergtop Machu Picchu liggen, jeeeej!
Als we uiteindelijk uitgeput aankomen in Aguas Calientes en neerploffen op ons bed in het hostel, is het lastig om moed te verzamelen om nog kaartjes te halen voor Machu Picchu. Maar goed daarvoor zijn we hier natuurlijk. Als we bij het loket staan vertellen we de medewerker dat we graag twee kaartjes willen voor wayna-picchu (de twee bergen die altijd op de achtergrond staan bij de klassieke machu picchu foto). Helaas, zegt hij, dan moet je 3 dagen wachten, want het is vol. En dan een paar seconden later zegt hij `toevallig zijn er nog twee kaarten over`. Eh mooi, doe die maar dan!
Het plaatsje Aguas Calientes is niet zo vreselijk als dat we dachten. Grappig is dat in plaats van een hoofdstraat er hier een spoorbaan dwars door het stadje heen gaat. Het enige gemotoriseerde verkeer dat hier op de enige straat rijdt is de busvloot van Machu Picchu. Je kan hier namelijk niet met de auto komen. Naast hotels en (pizza!)restaurantjes en souvenirwinkeltjes is er eigenlijk niets anders te vinden. We ook kaartjes voor de bus naar boven. Naar beneden willen we wel lopen, maar we worden al om 7 uur verwacht bij de ingang naar Wayna picchu en we hebben geen zin om in het donker de eerste 8 kilometer bijna stijl omhoog lopen. Zeker niet als je daarna nog een berg gaat beklimmen en de rest van de dag de ruines gaat bezoeken.
Na een snelle douche willen we een hapje eten. We horen van de hosteleigenaresse dat het hotel naast de deur een fikse korting geeft aan hostelgasten. De moeite waard om te checken. Het blijkt een heel luxe restaurantje te zijn. Ze hanteren echter een andere prijs dan ze bij het hostel beloofden. Dus wij terug naar het hostel. De vriendelijke mevrouw belt even het restaurant op en vraagt om uitleg. Blijkt dat ze in één keer toch een speciale kaart hebben, boefjes :). Nou vooruit dan krijgen ze een tweede kans en dat was maar goed ook, want het was heerlijk. (@ Anke & Kleis: serieuze concurrentie voor het restaurant in Las Vegas). We eten als voorgerecht een fantastische foreltaart en een salade met geitenkaas, gecarameliseerde pecannoten en vlierbessendressing. Als hoofdgerecht kiezen we forel met anijssaus & venkelaardappelpuree. De zelfgemaakte limoen/munt-limonade maakt het helemaal af.
Als we dan de volgende ochtend om 6 uur in de bus zitten blijken er al 13 volle bussen voor ons naar Machu Picchu vertrokken te zijn. Als we boven aankomen mogen we zowaar i de rij gaan staan. Als we binnenzijn lopen we op ons gemak richting Wayna Picchu. Hier begint onze klim naar boven. Lekker steil maar er zijn veel plekjes om lekker even te zitten met uitzicht op Machu Picchu. Vanaf boven kunnen we ook goed zien dat we tijdens de wandeling naar Aguas calientes helemaal om de berg heen zijn gecirkeld en we bijna aan het begin van de wandeling al Machu Picchu hadden kunnen zien liggen! We hebben tijdens onze klim de keuze uit een klein rondje en een groot rondje van 2 ½ uur langs een grot. Als we bovenop de berg zijn valt de moeheid ons allerzins mee en kiezen we dus voor het grote rondje. Het pad is een leuke uitdaging met kruiptunneltjes en trappetjes, maar het gaat vooral steil naar beneden. Na een half uur afdalen beginnen we het al minder leuk te vinden. We moeten dit ook allemaal weer omhoog en onze (uitgebreide) watervoorraad naderd het nulpunt. Eindelijk komen we dan beneden en vinden we de grot. De grot stelt helaas helemaal niets voor. Het enige grappige is dat het lijkt alsof de Inca`s een luie bank uit een steen hebben gehouwen. Best comfortabel, nu de tv nog :).
Bij de grot staat een bordje met de pijnlijke mededeling dat het nog anderhalf uur omhoog klimmen is vanaf dit punt . Met onze laatste krachten bereiken we het begin- en eindpunt van onze wandeling. Terwijl Hiske voor dood neervalt ga ik onze watervoorraad aanvullen. De rest van de middag slenteren we langs de ruines en concluderen we dat we de geweldige plaats van deze ruines, zo middenin de bergen, toch het meest indrukwekkend vinden. Aan het einde van de middag is het bijna geheel uitgestorven. Wat een verschil met `s ochtends wanneer alle toeristen rennen om als eerste bij het uitkijkpunt te zijn, zodat ze een foto kunnen nemen zonder mensen :). We besluiten dat we genoeg hebben gezien en beginnen de ,toch redelijk lange, afdaling naar beneden. Beneden passeren we nog een verstopt bordje `museum`. Blijkt dat er nog ergens achteraf een verstopt museum te zitten waar je niemand over hoort. Helaas is het museum vanaf vijf uur dicht en het is tien over vijf als we beneden aankomen. Die avond is de restaurantkeuze gemakkelijk, dezelfde als de dag ervoor :P. Naast ons in het restaurant zit een familie met een gids te eten. Als bedankje heeft de gids voor het zoontje een t-shirt met de tekst: `I go places nobody else goes`. We vragen ons af of Machu Picchu wel het juiste voorbeeld is, maar goed wie zijn wij. :)
De volgende dag wandelen we rustig terug naar de waterkrachtcentrale. We worden vergezeld door een vriendelijk hondje die ons helemaal tot het einde volgt en dan opeens weer verdwenen is. De terugreis naar Santa Maria verloopt voorspoedig. Als we af worden gezet zegt de chauffeur nog even tussen neus en lippen door, dat de bus om half 2 gaat. Helaas is het pas 12 uur!!! Dan maar wat lunchen. Even later komt de vrouw langs, die ook bij ons in de laatste taxi zat, en ze vraagt of we al buskaartjes hebben. Nee zeggen we en dan loopt ze zo weer verder, rare vrouw. Even later verschijnt er een busje en de vrouw waarmee we net gesproken hebben sprint werkelijk naar het busje om met de eigenaar te praten (zelfs zonder haar tas, die ze naast ons laat lichen). Als wij bij het busje aankomen en vragen wat het kost blijkt het 2 keer zo duur te zijn als op de heenweg. Laat maar zitten dan zeggen we. Nu weten we wat de vrouw ging doen; zij heeft een korting voor zichzelf bedongen omdat ze zou zorgen dat wij ook met die bus meegingen. Maar nu wij niet meegaan krijgt ze ook geen korting en besluit zij ook niet mee te gaan (gotcha! haha). Voor deze actie was al een andere vrouw naar ons toegekomen om te zeggen dat ze om 2 uur terugkwam met een busje. We zullen wel zien dachten we toen. We zeggen tegen de bestuurder van het achterlijk dure busje: `Voor de helft gaan we mee`. Misschien later zegt hij. Op dat moment komt de eerste aanbieder terug om te zeggen dat haar man met het busje er zo aankomt. Nou toen brak de pleuris uit, want nu konden wij kiezen. Beide aanbieders gingen onmiddelijk met hun prijs omlaag en omlaag totdat we de terugreis nog geodkoper hadden dan de heenreis. We kiezen voor de eerste aanbieder, dat zal die afzetter leren, en dat blijkt een goede keus. Na 1001 bochten, maar met een volleerde relaxte bestuurder, zijn we weer op ons nest in Ollantaytambo. We vernemen we dat onze auto en de tent ongedeerd zijn en duiken al snel ons bedje in. Na nog een dagje bijkomen van ons avontuur vinden we het wel welletjes en maakten we ons op voor de korte tocht naar Cuzco. De buitenwijken van Cuzco zijn zoals alle andere sloppenwijken, niet heel aantrekkelijk voor de kijker. Het centrum is hele andere koek, hier zijn talloze leuke straatje te vinden. Minder leuk is dat elke 5 meter er iemand roept: `Hola amigo, massage hebben, zonnebril kopen, toertje hierheen, museumpje daar, hapje eten bij ons?` De plaatselijke engelse pub heeft hiervoor zelfs een kuur gevonden, een t-shirt met `no gracias` erop.
Op aanraden van twee Californiërs nemen we onze intrede in het leuke hostel Frankenstein, dat gerund word door een hyperactieve Duitser. Boven de ingang wordt geadverteerd voor donkere koude kamers en het feit dat hij 0 sterren heeft, kortom heel uitnodigend. Als we de volgende ochtend wakker worden is het onze verjaardag. Nadat we gedouched zijn staan er opeens twee geweldige taartjes voor ons klaar met een gefeliciteerd bordje erbij. Verrassing van onze gezellige Duitser, wat een held! Hij komt ook nog met het heugelijke nieuws dat er een Hollandse snackbar, genaamd Cholandes (waarbij chola staat voor boer) zit in Cuzco. Klinkt als de perfecte plek voor een verjaardagslunch. Welunchen met een patatje oorlog, een broodje kroket en een kaassoufle. Helaas smaakten ze toch niet echt zoals thuis. Daarna nog even rondgeslenterd en s´avonds hebben we gezellig tapas gegeten bij een superleuk restaurant. De dag erop zijn we alle artesanias afgestruind en dan valt wel op hoeveel crap er eigenlijk tussen zit. Aangezien we na Machu Picchu meer vragen hebben over de Inca´s dan ervoor, bezoeken we het Inca museum in de stad. Hier ontbreekt het herlaas aan context en worden er alleen wat interessante afzonderlijke items tentoongesteld zonder mee te vertellen over herkomst en ontstaansgeschiedenis, een gemiste kans. We denken er zelfs nog aan om maar zelf een goed museum te beginnen over de Inca´s. Maar we zouden niet in deze toeristenmagneet willen wonen. Dat betekent de hele dag tegen iedereen `No gracias!!!`moeten roepen, pfff.
Na Cuzco dalen we verder af, of liever gezegd verder te stijgen, naar het Titicaca meer bij het plaatsje Puno. Onderweg vangen we zowaar nog wat regen, maar die maakt langzaam maar zeker plaats voor de helblauwe lucht. Vlak voor Puno hebben we een heel mooi uitzicht over het gigantische meer bij een ondergaande zon. Als we die avond met onze jassen en mutsen aan in bed liggen weten weook hoe koud het hier s´nachts op deze hoogte kan worden, brrrrrr.
De volgende dag gaan we op eigen houtje naar de haven om een bootreisje naar de Islas flotantes te versieren. Deze drijvende eilanden, gemaakt van riet, zijn al heel oud en werden al in de tijd van de boze Inca`s gebruikt zodat ze niet bij de Urosbevolking konden komen. Als we met een tergend langzame motorboot bij een van de eilanden aankomen worden we onthaald met, niet echt authentiek aandoend, zang en dans door een handjevol eilandbewoners. Als we de boot afkomen moeten we door een poortje van stro en krijgen we een hand van elke traditioneel geklede vrouw. Het komt allemaal een beetje gemaakt op ons over, een beetje als een efteling attractie alleen mag je nu alles aanraken. Dan moeten we plaatsnemen voor een korte presentatie over de ontstaansgeschiedenis van de eilanden. De jongeman heeft speciaal hiervoor over zijn voetbalshirt een traditioneel shirt aangetrokken zodat het allemaal authentiek lijkt. Tijdens deze voorstelling haalt hij ook zijn poppenhuis en poppenverzameling tevoorschijn om een en ander te verduidelijken, hilarisch! Na de nietszeggende presentatie (en dat had niets te maken met het feit dat het in het Spaans was), worden we verplicht om in een van hun huizen te kijken. Jij en jij! Kom mee naar mijn huis! Ja mevrouw. Daar zien we een ziek kindje in een hoek op de grond liggen en 2 meter verderop een stapel dode, rottende eenden. Geen wonder dat ze ziek is! Daarna worden we aangemoedigd om wat prullaria te kopen. Speciaal gemaakt op het eiland, jaja hoe kun je potenbakken op een rieten eiland? Dan vragen we waar de uitkijktoren voor is op het eiland. Dat is voor snelle communicatie, aha, en dat terwijl ze allemaal een mobiele telefoon hebben met ontvangst! Grappig is dat het aan alles ontbreekt op dit eiland (voor de wc moet je vijf minuten per boot naar een ander eiland, douche kennen ze niet). Maar ze hebben wel een zonnepaneel om electriciteit op te wekken! Want ja we gaan natuurlijk niet zonder tv, radio en mobiele oplader leven. Het moet wel leuk blijven.
Dan is het tijd voor de verplichte toer per rieten roeiboot naar het hoofdeiland. Halverwege worden de toeristen gevraagd of ze ook een stukje willen roeien en dat vind ik wel grappig. Dan blijkt dat er ook mensen zijn die geen idee hebben hoe je moet roeien terwijl dat voor Nederlanders toch vrij natuurlijk is :) (sorry Tineke & José ). Op het hoofdeiland is weinig te anders te beleven dan het kopen van een cola en vrij kort daarop beginnen we alweer aan de terugtocht naar Puno. Bij de haven worden we warm ontvangen door meisjes die wapperen met de menukaart van de verschillende restaurantjes.
De volgende dag maken we een betrekkelijk korte rit naar Copacabana in Bolivia. We hebben maar geen soles meer gepint en met een betrekkelijk lege tank rijden we onze slechtst voorbereide grensovergang in de geschiedenis tegemoet. Na enkele uren de rand van het meer gevolgd te hebben komen we aan bij de grens. Het uitchecken bij Peru verloopt soepeltjes en dan komen we bij de Boliviaanse grens. Hier mogen we ook niet klagen. Maar als we dan het land binnen willen rijden worden we terug gefloten door een politieman. We hadden ook nog langs de politie gemoeten. Niemand die dat dan even zegt. Zit ik daar bij die politieman in het kantoortje, terwijl hij mijn papieren doorneemt. Alles lijkt in orde tot hij ergens achter mij naar de muur kijkt en snuift. Ik kijk achter me maar zie niets, dan zegt hij `je mag me nu betalen voor de medewerking`. Mijn eerste reactie is `ik heb geen geld meer`. `Hoe bedoel je` ,zegt hij, `je moet toch eten`. `Straks ga ik weer pinnen in Copacabana`,zeg ik, `en bovendien heb ik nergens gelezen dat ik ergens voor moet betalen`. `Het moet ook niet, het mag`, zegt hij. Een lange stilte volgt..... `Nou bedankt voor alles en een fijne dag nog` ,zeg ik en loop naar buiten, toedeledokie.
Dan zijn we in Bolivia en rijden we al snel Copacabana binnen. Dit is weer een heel prettig stadje in tegenstelling tot het veel grotere Puno. Maar als we dan bolli´s (bolivianos)willen halen blijkt dat de pinautomaten niet werken. Er zit niets anders op dan onze laatste 20 dollar te wisselen om daarvan te kunnen eten en slapen. Als we een almuerzo´tje hebben besteld vraagt de ober wat we willen drinken. Dan vraag ik welke smaak limonade heb je, nou gewoon naturel.... aha limonade met limoensmaak. En dan mij raar aan staan kijken, je kent toch wel meer smaken dan limoen :). Deze nacht zijn we voorbereid en kiezen we voor een hotel met een kamer op de zon en met zicht op het meer. Dat slaapt een stuk comfortabeler dan die vrieskist in Puno. De volgende dag moeten we een list verzinnen om toch ergens geld bij een bank los te peuteren met de creditcard. Oké je betaalt 5% provisie, maar dan mag je ook voorkruipen. Sta je in een overvolle bank waar iedereen al een halve dag op zijn beurt aan het wachten is en dan komt er zo´n kaaskop binnen en die wordt meteen geholpen. Maar niemand die ook maar een kik geeft, blijkbaar is dat normaal hier.
De volgende dag zwerven we nog een beetje door de stad en daarna gaan we naar Oruro. We gooien onze benzinetank vol en betalen er 3 keer zoveel voor als de locals. Maar daar krijg je dan wel een extra bonnetje voor. Dit is in het leven geroepen om tegen te gaan dat mensen uit de buurlanden even goedkoop gaan tanken in Bolivia, tuurlijk geld zat hebben we.
Ongeveer honderd kilometer buiten Copacabana houdt de weg opeens op en is iedereen verplicht om een ponton te nemen naar de overkant, inclusief de bussen. Door een vriendelijke agent worden we naar een ponton verwezen. Geen bord, geen kaartjes, nou het zal wel gratis zijn dan. Als we dan de grote sloot zijn overgestoken vraagt de bestuurder een belachelijk hoog bedrag en dat weigeren we te betalen zonder een ticket of iets dergelijks.Niemand die wat zegt over betalen, nergens een bord. Dus ik geef hem een kwart van wat hij vraagt en daarop reageert hij alsof z´n cavia is overleden. Hmmm, dan vraag ik wel even bij wat andere automobilisten die de oversteek nog gaan maken. Blijkt de prijs te kloppen, wat een afzetters zeg. In Nederland zou zo´n verplichte overtoch gesubsidieerd worden.
Oruro staat bekend om zijn..... handige ligging tussen Copacabana en Uyuni en er is verdomd weinig te beleven. Maar evengoed blijven we hier twee nachten omdat we nog even willen kijken hoe een echte lokale markt eruit ziet, en dat weten we nu. Wel eten we voor het eerst gefrituurd `lamavlees` met gekookte maiskorrels. Het lijkt meer op zwart haar dan op vlees, maar met mayo is het goed te doen. Daarnaast proberen we `pique macho` (stapel met biefstukreepjes met stukjes hotdog, ui, chilli en tomaat) en die valt beter in de smaak. Wel moet gezegd worden dat de meeste gerechten hier in Bolivia het beste naar binnen gaan in combinatie met mayo of ketchup, voor de echte authentieke smaak!
Onze route naar Uyuni loopt voorspoedig en na twee uur schieten we al aardig op volgens de kaart. Hoe is het mogelijk dat de bus er 7 uur over doet vanaf Oruro naar Uyuni. We maken nog even het grapje dat de overige 180 km zandweg is..........Ondertussen maken we nog even een stop in een nietszeggend stadje om wat luch in te slaan. En uiteraard komen we daarna bij die zandweg, bleeeh. Echt zo´n wasbordweg waar je ofwel heel langzaam moet rijden ofwel plankgas. Gewoon even doorzetten in het begin rammelt alles, maar als je de 80 km/uur haalt dan lijkt het bijna een normale weg. Oké je hebt alleen dan bijna geen grip, maar het is het een of het ander. Na een kilometer of 50 wordt de weg gelukkig iets beter en kunnen we genieten van de schoonheid van de Altiplano, wat een een uitzicht. In de verte verrijzen hoge bergen met besneeuwde toppen, zo ver als je kijken kunt zie je graspollen in allerlei tinten groen en geel. Van tijd tot tijd lama kuddes en regelmatig moet je een weg weten te vinden door een rivier (aanrader!). Af en toe passeren we een stoffige spooknederzetting waar mensen wegrennen en in hun adobe schuilplaats verstoppen. Misschien voor de opwaaiende stof, misschien zijn ze mensenschuw, wie zal het zeggen.
Nadat we lang geleden al opgehouden zijn met het aftellen van de kilometers purren we langzaam een heuveltje op. Tja op deze hoogte krijgen alle auto´s een beetje ademnood en verdwijnen de paardekrachten als sneeuw voor de zon. Opeens krijgen we weer moed, we zien namelijk in de verte de witte weerspeigeling van de Salar de Uyuni, s´werelds grootste zoutvlakte! Het laatste stukje naar Uyuni is weer een onbeschrijfelijk slechte weg, maar daar hebben de locals een trucje op gevonden. Ze hebben er zo´n honderd zandwegen naast gemaakt, en ze leiden allemaal naar Uyuni, geweldig. Als je Uyuni binnenrijdt vraag je je eerst af waar zou het echte stadje beginnen? Vervolgens vinden we de resten van bestrating en zowaar een kerk, dit moet het zijn. Het eerste de beste hostel nemen we en we duiken nog even de stad in om nog even te kijken welke toer we de volgende dag willen gaan doen. Het eerste kantoortje dat we binnenlopen heeft nog plaats vrij voor de tour van morgen. Wij leggen haar uit dat we onder andere graag het eiland in de zoutvlakte willen bezoeken. Waarop zij zegt dat die cactussen die daar te zien zijn overal te zien zijn. Interessante verkooptruc, denken we, je eigen toer onderuit halen. Maar dan komt de aap uit de mouw, ze heeft al twee mensen alleen die willen niet naar het eiland toe....Als we later een andere binnengaan blijkt dat alle 80 touroperators precies dezelfde tour aanbieden.... En natuurlijk niet preies wat wij zouden willen. We besluiten een dag te wachten met beslissen wat we gaan doen. In het reisboek staat een restaurant, bekend als een lokaal restaurant perfect geschikt om de gringo´s te ontlopen. Nou precies ja, allemaal gringo´s in het restaurant :). En zoals wel vaker nadat iets in de Lonely Planet heeft gestaan, de service is om te huilen. De gasten naast ons kunnen daar heel slecht tegen. Wij gingen weer voor de lokale topper pique macho en daar was niks mis mee, maar bij onze buren was alles mis wat er mis kon gaan. Misschien toch de volgende keer geen pizza bestellen in Bolivia?
De volgende ochtend ben ik aan het ontdooien in de zon en tegelijkertijd een verse jus d´orange aan het persen, als de eigenaresse van het hostel langs komt om een babbeltje te maken. Ik vraag haar of zij nog een betrouwbare touroperator weet, omdat ik geen zin heb om al die kantoortjes langs te gaan. Even later staat de touroperator op de stoep en ik heb er meteen een goed gevoel bij en al snel is de tour geboekt. De ochtend erop blijkt dat we met 4 Britse broekies de auto gaan delen,en dat onze chauffeur net zo´n broekie is.... Gelukkig rijdt hij prima en vertoont geen machorijstijl. We zien dat we niet de enige zijn, alle tours gaan natuurlijk op dezelfde tijd weg zodat we in een soort optocht kunnen rijden :). De eerste stop is het treinenkerkhof. Wel even leuk (voor Gaby) om al die gesloopte locs te beklimmen en te zien hoe ze er van binnen uit zien. Tien minuten later gaan we verder naar een klein dorpje aan de rand van de zoutvlakte. Laatste kans op een sanitaire stop met wcpot en Boliviaanse souvenirs voor de mensen die naar Chili gaan. En wordt ons aangeraden door onze gids, het zoutmuseum. Hier zijn allerlei zoutfiguren ondergesneeuwd met souvenirs, een souvenirswinkel vermomd als museum. Gelukkig zien we er wel de grootste lama EVER. Zo wordt het letterlijk aangekondigd, helaas blijkt het een zoutbeeld te zijn.
Dan snellen we naar de zoutvlakte waar we nog even stoppen bij een hotel gemaakt van zout en cactushout midden op de zoutvlakte. Na een toffe tocht over de zoutvlakte is het tijd voor de lunch bij het cactuseiland. We krijgen een lamalapje met quinoa voorgeschoteld, natuurlijk mag de mayo niet ontbreken. Na de lunch wandelen we over het cactuseiland. De zoutvlakte was vroeger een binnenzee en dit eiland bestaat compleet uit koraal waar allemaal cactussen opgroeien, sommige meer dan 900 jaar oud. Vanaf het eiland hebben we geweldige uitzichten over de bijna eindeloze zoutvlakte. We nemen ook nog even een kijkje in het bijbehorende museum en zien daar een lama slachtingsritueel. Interessant dat de lama daarvoor geblindoekt word, anders wordt hij bang, denken we. Na nog een stukje rijden vinden we een mooie plek om wat stuntfoto´s te maken. Dat blijkt helaas lastiger dan gedacht (met name omdat je moet bouwen op diegene die de foto´s maakt )
Daarna is het tijd om naar ons hotel te gaan voor de nacht. Het verbaast ons enigszins dat de bestuurder de weg moet vragen naar het hotel, maar goed even later zijn we er dan toch. Terwijl de gids ons eten klaarmaakt spelen wij met z´n allen het kaartspelletje shithead wat blijkbaar over de hele wereld gespeeld wordt. Na het eten is het meteen naar bed, niet omdat we moe zijn maar voornamelijk omdat het te koud is. ´s ´Nachts koelt het hier af tot -15 graden, lekkerrrrrr.
Voor de volgende ochtend hadden de Engelsen een wekker gezet om kwart voor zes. Toen deze afging dacht iedereen bij zichzelf, als er niemand opstaat zal het de wekker wel niet echt zijn. Dus worden we uiteindelijk door de gids gewekt. Daardoor verlaten we als laatste het hotel en dat blijkt problematisch te zijn voor de gids, want nu kan hij niet achter de andere auto`s aanrijden. Op een gegeven moment komen we langs een bordje met daarop de richting van het dorpje waar we heen moesten, maar hij gaat precies de andere kant op. Onze gids begint steeds angstiger om zich heen te zoeken naar stofwolken van andere auto´s, die er niet meer zijn. Toegeven dat je verdwaalt bent past absoluut niet in de Boliviaanse cultuur dus wij houden wijselijk onze mond en hopen er het beste van. Gelukkig komen we even later toch bij het dorpje uit en zijn we blij dat we weer andere auto´s zien die we kunnen volgen.
Vanaf hier gaan we alsmaar hoger de bergen in om bij een groot zoutmeer uit te komen met bossen flamingo´s. Nadeel; je moet tot aan je knieen door de modder waden om een beetje dichterbij te komen. Ik zweer je dat die rotvogels dat weten en daarom precies daar gaan staan :). Dan is de lunch klaar en mogen we weer aanschuiven, heerlijk zo die service :). De tocht vervolgt naar nog twee zoutmeren met andere kleuren (zeggen ze). Hier zijn ook flamingo´s (als ze dat nou even bij het eerste meer gezegd hadden...) Nadat we een stuk door een rivierbedding geoffroad hebben komen we bij een hoop steenformaties waar iedereen even lekker mag klauteren. Dan gaan we snel verder naar de laatste attractie van de dag: Laguna Colorada. Dit zoutmeer is roodgekleurd door mineralen, heel gaaf. Later worden we afgezet bij het hotel. Er wordt na het eten nog even gezegd dat het nu tijd is voor de extra dekens. Hier wordt het namelijk nog kouder (en de bedden hebben een doorzakgat in het midden waardoor je op de koude zoutstenen onder het matras komt te liggen met je rug, dat is pas koud!). Ook nu liggen we er voor 8en al in, want de gids komt met het geweldige idee om de volgende dag al om 5 uur weg te gaan. Idioot we zijn wel op vakantie weet je! :) De volgende dag zitten we dus om 5 uur al in de auto zonder ontbijt ,nada (dat kan je Hiske beter niet aandoen en geen douche én geen ontbijt). Maar goed we zijn wel voor zonsopgang al bij de geisers. Ja inderdaad, wie dat bedacht heeft mogen ze ophangen, als het pikkedonker is kan je weinig zien van de geisers! We verdenken onze gids ervan dat hij vanavond vroeg thuis wil zijn en daarom zo vroeg op wilde, maar goed daar doen we nu weinig meer aan. Omdat er niets te zien is, gaan we ook maar meteen weer verder naar de warme bronnen. Als we dan eindelijk ons pannekoeken ontbijtje en een warme thee hebben gehad zijn Hiske en ik de enige van onze groep die het warme water indurven. Terwijl het echt heerlijk is, ontdooien terwijl je van een prachtig uitzicht geniet. Al die stoom, een bevroren meer en de opkomende zon.
Een uurtje later zitten we alweer in de auto om het zogenaamde groene meer te bezoeken, alleen is deze nu niet echt groen. Volgens onze gids omdat het te koud is. Daarna zetten we de Engelsen even af bij de Chileense grens en keren we weer terug richting Uyuni. Onderweg hebben we nog een botsing met een andere jeep. De andere jeep ging even parkeren om mensen op te pikken, maar keek even niet in de spiegel bij het optrekken, eikel. Terwijl het niet de schuld was van onze bestuurder hebben we wel het idee dat hij het allemaal zelf wil gaan betalen en niets tegen zijn baas gaat zeggen. Heel apart hoe dat hier allemaal gaat hoor, en wel een beetje zielig. We bieden aan onze versie tegen zijn baas te vertellen of te getuigen bij de politie. Ondanks dat hij blij leek te zijn met het aanbod hebben we hem niet meer gezien.
Die avond eten we even snel wat bij ons favoriete restaurant en worden we weer geconfronteerd met de voortreffelijke service. Dit keer vragen we of de verwarming aankan. Daarop wordt geantwoord dat het meteen geregeld wordt en de bediende raakt met een vinger de terrasverwarmer aan. Alsof wij dan denken dat ze hem ook daadwerkelijk aanzet. Later vragen we het nog een keer en dit keer probeert ze een andere verwarming achter mij. Ik zie dat ze zogenaamd aan een knopje zit, maar er zit daar helemaal geen knop die zit op de bovenkant. Ze zegt er nog wel even bij dat het heel lang duurt voordat deze aangaat. JA DAT KOMT OMDAT JE HEM NIET AANGEZET HEBT, TRUT!! Ondertussen hebben we de drie mensen die bij ons aangeschoven zijn ook de macho pique aangepraat en zij zijn nu in huilen uitgebarsten omdat er een beetje chili in zit, no macho´s :).
Als we de volgende ochtend nog even willen tanken voor we weg gaan blijkt dat lastiger dan je zou denken. Bij het eerste pompstation hebben ze alleen diesel, de tweede mag niet verkopen aan buitenlanders en bij de derde staat een hele lange rij auto´s, omdat er geen benzine meer is. Maar gelukkig komt er over anderhalf uur ofzo een truck met benzine, bofkonten zijn we. Ja, zegt een man die voor ons in de rij staat, je kan beter vandaag tanken want morgen is er de hele dag geen stroom..... Twee uur later is de truck er en kunnen we toch tanken. Alleen nu heeft meneer de pomphouder geen buitenlanderbonnetje. Als we geen factuur krijgen voor de extra kosten, dan steken de benzinepompen het extra geld in eigen zak. Dat vonden wij niet zo´n goed idee. Dus zeg ik, geen bonnetje betekent gewoon de lokale prijs voor mij. Dat was uiteindelijk prima. Dit betekent dat wij de lokale kosten betalen, de pomphouder helemaal geen bonnetje maakt en hij alsnog onderhands het geld in zijn zak steekt. Maar goed zo betaalden we in ieder geval maar 1/3 van de prijs :).
Uiteindelijk kunnen we vertrekken richting Tupiza. De enige keus is natuurlijk weer een zandweg, maar voor de verandering een redelijk goede. Af en toe een zandbak met mul zand daargelaten. Al snel rijden we de bergen weer in en zien we allerlei regenboogrotsen en andere mooi gekleurde bergen. Uiteindelijk dalen we af naar een soort wild-west vallei waar we iets verderop in Tupiza uitkomen. Tupiza is 100 keer leuker dan Uyuni en het is er ´s nacht ook niet zo koud en overdag warmere temperaturen, aahhh lekker. Hier chillen we even lekker een paar dagen om daarna via een spliksplinternieuwe asfaltweg naar de grens met Argentinie te rijden.
Als we bij de grens aankomen is het allemaal vrij overzichtelijk en worden we gevraagd even achter de bus te parkeren door een agent. Maar als er na 15 minuten werkelijk helemaal niets gebeurt besluiten we er langs te gaan. We halen de ontbrekende stempels voor ons stempelboekje en gaan we daarna naar de overkant om de papieren voor de auto te regelen. De papieren aan Boliviaanse zijde zijn we zo kwijt en we mogen door naar de volgende ronde. Maar de chagarijn die aan de Argentijnse zijde werkt zegt dat we de auto eerst 20 cm verder naar voren moeten rijden. Als we dan terugkomen is hij natuurlijk weg. Even later komt een collega die verteld dat het hier 1 voor 1 is. Dus niet dat iemand de papieren in orde maakt en een ander de inspectie doet nee er werkt gewoon maar 1 persoon en die doet eerst papierwerk dan inspectie enz en de rest kijkt toe. Anderhalf uur, 1 auto en 2 motoren later zijn wij aan de beurt. Als klapper op de vuurpijl mogen we de hele auto leeghalen en door een mevrouwtje laten controleren. En dan ook echt de HELE auto, *zucht*. In het begin worden de slaapzakken heel grondig gecontroleerd, maar dan wordt het haar toch teveel en laat ze bijvoorbeeld het boekenkoffertje, de gitaarkoffer en een kartonnen doos onberoerd. Daar past toch heel veel coke in zou ik zeggen. Wel bizar dat bij 15 grensovergangen we nog nooit ook maar iets uit de auto hebben hoeven halen. Uiteindelijk zit alles weer in de auto en hups we zijn in Argentinie, olé. We vieren dit met een erg droog hamburgerbroodje met gefrituurd vlees (apart ja), want om half vier zijn we wel toe aan lunch. We hopen onze eindbestemming van vandaag, Tilcara, nog te halen voor het donker. Gelukkig lukt dat net. Vanavond mogen we zowaar weer eens kamperen. Bolivia ken eigenlijk geen campings en daarnaast was het er ook echt te koud, dus Ollantaytambo was onze laatste kampeerplek. Gelukkig is Argentinie weer bezaait met campings. ´s Avonds eten we typische Locro en een pindasoepje bij een heel aardig restaurantje met zowaar goede bediening. Toch een verschil met Bolivia :). Als daarna de eigenaar wat gaat spelen op zijn saxofoon, panfluit en minigitaar wordt het helemaal gezellig. Jammer dat die arme man denkt dat we in een grote concertzaal zitten en daardoor het volume aan de te hoge kant heeft gezet :). Als we lekker onder de wol liggen komt er nog even een op hol geslagen kudde paarden langs. Die lopen hier blijkbaar gewoon los op de camping. Tilcara is een heel leuk dorpje alleen toch nog steeds te koud, dus gaan we de volgende morgen weer op pad. Niet voordat we onze thermosbekers gevuld hebben met goede koffie met kaneel en chocolade, luxe hoor en daarbij heerlijke verse media luna´s (croissantjes). Toch wel fijn de beschaving van Argentinie. We dalen verder af tot de stad Salta waar we zowaar voor de tweede keer in 2 dagen langs een VVV komen waar ze weten waar er een camping te vinden is, wow! De dichtsbijzijnde camping is alleen wel 15km buiten de stad, maar goed. We vinden de camping aan een soort boeren landweg en de camping zelf heeft ook veel weg van het platteland. Prima plek, alleen ook weer te koud. Dus de volgende dag weer verder, we moeten toch een keer van die hoogvlakte afkomen. We genieten eerst nog even van de megasupermarkt om ons te verlekkerer aan alles wat niet kip met rijst is .... en om een extra deken te kopen :). Wat dan volgt is een mooie tocht door een vallei waarna we uitkomen bij het stadje Cafayate, in de Argentijnse wijnstreek. Hier is het overdag tenminste lekker warm en zonnig, nu de nachten nog. Vandaag hebben we met veel pijn en moeite een restaurant gevonden die de wedstrijd Nederland – Denemarken uitzondt. Alleen waren we net te laat met supporten waardoor ze al met 1-0 achter stonden toen wij begonnen met kijken. Beetje jammer dat ze van alle kansen er geen eentje wisten in te schoppen. We hebben het maar goed gemaakt met een bbq met Argentijnse steak :).
-
10 Juni 2012 - 08:42
Jose En Dirk:
Heerlijke bezigheid om op de zondagochtend jullie verslag te lezen. Boeiend en uitgebreid verslag waaruit blijkt dat jullie nog evenzeer genieten. Wat maken jullie wat mee. Vooral Machu Picchu lijkt me fantastisch. Die auto hebben jullie het echt mee getroffen, complimenten voor dat ding! Mooie foto's van de plaatselijke bevolking! Jullie worden al echt handig in het afdingen en regelen. Veel plezier verder. -
11 Juni 2012 - 02:00
Remco:
Ik heb hem weer gelezen hoor!!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley