Paga me - Reisverslag uit Ollantaytambo, Peru van Gaby & Hiske - WaarBenJij.nu Paga me - Reisverslag uit Ollantaytambo, Peru van Gaby & Hiske - WaarBenJij.nu

Paga me

Door: Gaby en Hiske

Blijf op de hoogte en volg Gaby & Hiske

17 Mei 2012 | Peru, Ollantaytambo

De goede chocolade en kaas maakt de reis naar Cuenca een stuk korter dan verwacht. We beginnen onze tocht in het nog mistige bergdorpje Salinas. Allereerst rijden we door de shire waar alleen de hobbits nog ontbreken. In de dorpjes waar we doorheen rijden zien we regelmatig hele varkens opgehangen waar er naar gelang vlees afgesneden kan worden. Koeling is niet echt nodig in deze koude bergdorpjes, maar we krijgen er toch niet echt honger van :).

Vervolgens komen we door een soort maanlandschap met groepen vicuña´s. Er blijken zelfs enkele bij die levensmoe zijn en net als die vervelende duiven in Amsterdam op het laatste moment toch nog even over moeten oversteken. Gelukkig weten we ze te vermijden. Tijdens deze mooie route zien we nogmaals de indrukwekkende vulkaan Chimborazo, waarvan de besneeuwde top helaas nog steeds in nevel is gehuld. Het schijnt dat dit de hoogste top ter wereld is (gerekend vanaf het midden van de aarde).

Cuenca blijkt bij aankomst een hele flinke stad te zijn, maar op goed geluk komen wezomaar in het centrum terecht. Meteen maar even op zoek naar ons hostel. Deze blijkt echter gesloten te zijn. Wanneer we teleurgesteld teruglopen naar de auto passeren we een ander hostel. Kan geen kwaad om hier even te informeren. Pas nadat we besluiten dat di teen prima hostel is komen we erachter dat het hostel wat we zochten verplaatst is en nu hier zit :).

De dag erop slapen we heerlijk uit en verkennen we het oude centrum. Eten kopen we op de interressante Mercado (markt). Hier zien we dat oude vrouwtjes de kleine kinderen slaan met takkenbosjes. Naar het schijnt zijn dit professionele heksen, die de helende werking van de kruidenbosjes proberen over te brengen op de kinderen. We verbazen ons wederom over het feit dat bij de stalletjes alle groente en fruit netjes opgestapeld worden in een soort van piramides. Wat een werk, je moet er maar zin in hebben :).
Als we terugkomen bij ons hostel is de buurman iets vleesachtigs aan het roosteren boven de bbq. Ik vraag hem wat het is en hij zegt een soort eekhoorn en het smaakt naar kip (zoals eigenlijk al het onbekende vlees :)). Hij vraagt of ik een stukje wil proberen, ondertussen breekt hij een voorpootje af waar de vingertjes en nageltjes nog aanzitten en begint daar op de knabbelen. Terwijl hij al krakend het pootje verorberd zegt hij dat het muy rico (heerlijk) is. Ik bedank vriendelijk. Daarop vraagt hij aan de hostel eigenaar, die er ook bij staat, of hij misschien wat wil. Hij trekt een vies gezicht en loopt naar binnen. Zegt de verkoper tegen ons dat hij verpest is in de VS waar hij een tijdje geweest is :-P. Later komen we erachter dat het vlees een cavia was en hier een specialiteit is, Cuy genaamd.

Die avond is de onderbuurman weer iets aan het roosteren en aangezien onze kamer direct boven zijn grillhut zit komen alle bbq geuren direct bij ons naar binnen. Om een uur of 9 kunnen we dit niet langer negeren en ga ik naar beneden om te onderzoeken wat zo lekker ruikt. Ik heb de keuze uit geroosterde kippenpootjes (letterlijk de oranje pootjes dus met nagels) en worstjes. Een lastige keuze, maar ik kies de worstjes. Tussen neus en lippen door probeert hij toch de pootjes erbij te verkopen, maar dat lukte dus mooi niet. De zelfgemaakte worstjes smaken heerlijk, maar we hebben maar niet gevraagd wat er in zat ;-).

Cuenca is alweer onze laatste stop in Ecuador en de volgende ochtend gaan we al vroeg op pad richting Peru. We zitten toch nog flink hoog in de bergen, want we gaan eigenlijk alleen maar naar beneden. En eignlijk deden we dat vanaf Salinas naar Cuenca ook al. De kale bergen maken plaats voor steeds groener wordende bergen en later heuvels met jungle. Ondertussen mag de airconditioning weer aan, want het wordt flink benauwd buiten.

Als we vlakbij de grens zijn begint Hiske te lachen en zegt dat ze op internet nog een verhaaltje gelezen had over een stel dat ook de grens over wilde gaan van Ecuador naar Peru op de zelfde plek als dat wij dat willen gaan doen.Toendertijd reden ze zomaar Peru binnen zonder dat ze een grenspost tegenkwamen. Maar goed dat was 6 jaar geleden, dus daar hebben wij nu niets mee te maken.....denken we. We rijden langs een soort van fabrieksgebouw met een bord C.B.A.F. , aparte fabriek denken we nog. Maar dan passeren we het bord ´welkom in Peru´. Blijkt dat er de afgelopen 6 jaar dus niets veranderd is en er nog steeds geen grenspost is aan Ecuadoriaanse zijde. Er zit niets anders op dan naar de grenspost aan de Peruviaanse zijde te rijden en te vragen waar we onze exit stempel voor Ecuador kunnen halen. Dat zorgt eerst voor enige verwarring, iemand die aan de Peruviaanse zijde komt vragen hoe je Ecuador uitgaat. Maar goed, we worden weer teruggeleidt en we moeten maar even gaan kijken bij dat fabrieksgebouw. Daar volgt uiteraard nog de vraag aan de Ecuadoriaanse zijde: ´Hoe komen we Ecuador uit?´ en dat terwijl we bij de ingang van Peru staan :).Maar even later hebben we onze exit-stempels. Nu fase twee; onze auto uitschrijven in Ecuador. Dat blijkt om 1 of andere vreemde reden nog 3km verder terug ergens langs de weg te zijn (heel logisch). Na een half uur zoeken hebben we het, aan de buitenkant onherkenbare, gebouw eindelijk gevonden en zijn we van de papieren af.
Dan rijden we voor de tweede keer die dag Peru binnen en halen we onze stempel voor Peru. Voor het tijdelijk importeren van onze auto in Peru moeten we een oude man storen, die in een nog ouder boek bezig is van een paar duizend pagina´s. De man blijkt een echte grappenmaker en het is wel duidelijk dat er hier niet veel mensen komen. Hij vertelt dat er nog een andere grensovergang is waar de meeste mensen passeren en dat hier eigenlijk niemand komt en dat het daarom fijn ´werken´ is hier. Aan het einde geeft hij ons nog wijze Peruviaanse raad mee dat we maar ´veel eten, veel liefde en veel slapen´ in Peru.

Vlak over de grens worden we geconfronteerd met de meest irritante verschijningsvorm in Peru, de tuk-tuk. Kleine langzame karretjes, die denken dat de weg van hun is en in de achteruitkijkspiegel kijken als een zonde beschouwen. De minderjarige onopgeleide verkeersdeelnemers rijden met één hand aan het stuurwiel en de andere hand constant op de claxon. Als je een dorpje binnengaat komen ze opeens tevoorschijn en als je de stad weer uit gaat is de plaag gelukkig ook zo weer verdwenen. Na enige tijd komen we plotseling bij een tolpoortje. Oh oh denken we, we hebben namelijk nog helemaal geen Peruviaanse soles. Na enige angstige minuten, waarin we bang zijn dat we anderhalf uur terug moeten rijden naar de laatste stad, zien we ´via libre´ staan. Raar maar waar; alleen de auto´s in tegengestelde richting moeten betalen. Dank u!

De groene jungle van Ecuador heeft helaas plaats gemaakt voor een zanderig, droog en heet woestijnlandschap. En dan te bedenken dat ons in Ecuador is verteld door een voormalig reisleidster dat de kustweg van Peru één van de mooiste is die ze ooit had gereden. Smaken verschillen :). We rijden door enorme zandduinen tot we bij Mancora. Dit is een echte surftrekpleister. Wij vinden alleen de stranden niet echt aantrekkelijk en in het dorpje lijkt een amerikaanse toeristenbom ontploft te zijn, maar goed als overnachtingsplek voldoet het prima.

Na de korte pitstop gaan we de volgende dag alweer op pad richting Chiclayo. Voor de lunchpauze stoppen we bij een eetstalletje, die verstopt zit in een garage. Hiske had mazzel en kreeg een heerlijk kippenpootje met nagels er nog aan in haar soepje :). Maar de lekkere pittige aji saus bij het hoofdgerecht en de lekkere koude chicha (drankje dat gemaakt wordt van de zwarte mais) maakten het dat we toch een goed gevoel aan de lunch overhouden. Wanneer we Chicalyo binnenrijden belanden we in een ware toetermadness. Iedereen loopt te toeteren om niets. In het begin kijk je elke keer om als je een toeter hoort, maar na een tijdje went het en kijk je gewoon helemaal niet meer om. We hebben een klein toeter vertaalboekje opgesteld. Toeter kan betekenen: 1)Hallo, 2) wil je taxi, 3) pas op, 4) klootzak, 5) ik neem voorrang ook al heb ik het niet, 6) hoi terug, 7) ga aan de kant, 7) licht is groen, 8) ik ga inhalen, 9) ik ga niet stoppen voor je, 10) bedankt, 11) hallo ik ben hier, 12) ik verveel me, 13) ik heb nog plaats in mijn taxibusje. Aan jou de keuze welke in de betreffende situatie wordt bedoeld. Meestal kiezen we maar voor 1 en zeggen we 6 terug :).

Onze overnachtingsplek wordt in de lonely planet als volgt beschreven: Katuwira Lodge, A 20-minute walk south of Pimentel at playa Las Rocas, this chilled beachside bamboo hangout sprawls. Piramid shaped bungalows have sea views. Campsides included meals. Dat leek ons wel wat als tussenstop. Als we aankomen zien we echter alleen een, met een zandwal ommuurd, terrein met een groot bord ´prive terrein´. Maar het zou hier toch echt moeten zijn. We rijden nog wat verder zodat we bij de slagboom even het terrein op kunnen kijken. Het lijkt alsof hier een combinatie van orkaan en aardbeving heeft plaatsgevonden, want het ziet er allemaal redelijk pauper uit. Net als we besluiten om verder te rijden komt er iemand aan en zegt dat ze open zijn.... Het blijkt inderdaad het ´resort´ te zijn wat we zochten, maar de beschrijving in de Lonely planet is wel van minimaal twee eeuwen geleden. We hebben echter geen zin om nog verder te zoeken dus we besluiten ons te laten verassen.

Wat ons opvalt is dat toen we hier aankwamen het leek alsof er in jaren geen onderhoud gepleegd was maar als je er dan eenmaal bent dat dan opeens iedereen opspringt en aan het schoonmaken, schilderen en opruimen slaat. Als we hier een week gebleven waren zou het er weer als nieuw uitzien. Grappig is dat de eigenaar nog even aan ons vroeg of er in Europa iets aan de hand was want een jaar terug had hij nog veel gasten uit Europa maar nu niet meer (misschien moet je deze bende dan eens gaan opknappen :)). Het eten was helaas ook niet meer inclusief maar toen we zelf ons eten aan het koken waren kwam de eigenaar wel vragen of wij ook wat wilden proeven van hun typisch Peruaanse maaltijd met een stukje vlees en een lekker sausje met rijst. Die nacht liggen we net in onze tent en we hebben de kleppen aan de zijkant open, zodat de wind lekker naar binnen kan waaien. Tot opeens een van de honden het nodig vindt om tegen onze tent te gaan zeiken. En natuurlijk precies op de plek van het muskietengaas waar de pis lekker door heen gaat op mijn been beland &/$)&/)(•=$&)/=•$=”!!

Na weer een lange dag over de zandvlakten gereden te hebben met hier en daar een zandstorm over de weg (wat we dan wel weer leuk vonden) komen we de volgende dag aan bij het eerste gezellige plaatsje in Peru; Huanchaco. Op onze weg hierheen komen we steeds vrachtwagens tegen die zo vol beladen zijn met rietsuiker dat het een soort pruik lijkt. Ook zien we belachelijke kippenconcentratie-kampen midden in de woestijn, heel bizar. Als we de camping gevonden hebben worden we verrast hoe verzorgd het eruit ziet (misschien vergeleken met de vorige 2 overnachtingen :)). Als we dan vragen waar we precies kunnen kamperen zegt de man ´ja daarachter´. Oh oh, denken wij, als hij ons de plek wil laten zien en via de achterdeur het terrein verlaat en we de straat over steken. We komen vast bij een soort afvalstortplaats/ parkeerplaats/ dierentuin terecht, maar dan gaan we een trap op en komen we in een grote mooie tuin met bomen met uitzicht op de zee, geweldig! We gooien de tent op en slingeren de hangmat tussen twee bomen en eindelijk kunnen we weer even relaxen (zonder ondergepist te worden :)).

Als we ´s avonds ons maaltje bereiden in de keuken komen we nog twee Amsterdammers tegen, Rob en Rens. Gezellig weer even Nederlands kletsen en we hebben ook gelijk hun snoepjes opgegeten en hun coca thee opgedronken :P ( het was lang geleden dat we lekker snoep hadden gehad en daar waren we ze dan ook heel dankbaar voor. @ Rob & Rens: we maken het nog wel een keer goed in Amsterdam :)). De volgende dag maken we een rondje door het dorpje en langs het strand. Ze hebben hier van die grappige rieten bootjes , cabalito´s (= paardjes. Oh ja en burrito´s betekend ezeltjes :)) waar ze op zitten in plaats van in. We denken eerst dat ze deze alleen voor de toeristen hebben opgesteld, maar later zien we dat ze nog steeds echt gebruikt worden om te vissen.

Na een paar dagen rusitg aan en weer eens genoten te hebben van het lekkere zonnetje in combinatie met het lekkere koele briesje vervolgen we onze route naar Huaraz. Het plaatsje zelf is niet heel bijzonder, maar wel de ligging ervan. Huaraz ligt namelijk in een dal tussen enorme bergen (met sneeuw!). De weg er naartoe is al prachtig. Onderweg zien we helaas voorbeelden van de Peruaanse dierenvriend. In zo´n uitgestrekt gebied als dit laten de boeren hun vee gewoon loslopen, maar het is dan wel lastig om de dieren weer terug te vinden. De oplossing die daarvoor bedacht is het volgende; sla in een van de voorpoten een spijker zodat hij pijn heeft als hij erop gaat staan en dus niet ver en hard kan weglopen...... Een andere optie is om de voorpoten van bijvoorbeeld een paard aan elkaar te binden waardoor hij alleen nog maar kleine sprongetjes kan maken en niet normaal kan lopen. Later zien we nog een voorbeeld van Periviaanse dierenliefde: wanneer je je hond wil meenemen in de bus dan stop je de hond in een zak. Ja dat vind de hond niet fijn en gaat dan blaffen en springen, maar dan stomp je gewoon een aantal keer tegen de zak en klaar zijn we voor een rustige reis.... We worden er een beetje misselijk van.

We hebben gelezen dat er vlakbij Huaraz een heel mooie plek is om te kamperen bij een bergpas hoog in de bergen. De zandweg naar de camping toe blijkt moeilijker te vinden dan we dachten en besluiten om even op internet te kijken hoe we er precies moeten komen. Dan lezen we dat het nog 45 minuten rijden is. Gelukkig is het wel open dus we rijden in ieder geval niet voor niets. Als we de berg omhoog gaan komen we door kleine gehuchtjes en langs allemaal kleine adobe-stenen (klei/leem) hutjes met golfplaten daken. Zoals gebruikelijk worden we een aantal keer aangevallen door honden en lopen er oude vrouwtjes over de weg gebukt onder een zware takkenbos. Af en toe loopt er een hele veestapel (geiten, varkens, koeien en ezels) onder begeleiding van een stel kinderen en vrouwen op de weg en kunnen we het tafereel mooi gadeslaan vanuit onze luie stoel. Soms worden we vriendelijk begroet met de kreet ´gringo´s´ maar meestal blijft het bij een ´buenas tardes´ en een glimlach. Onze glimlach verdwijnt echter als we uiteindelijk bij de camping aankomen (op een werkelijk super plek!) en de lapzwans zegt dat het niet mogelijk is om te kamperen omdat er nu een besloten bijeenkomst was van medicijnmannetjes. Dan had je dat wel even op je internetsite mogen zetten, knuppel! Nadat we een molotovje door het raam van de receptie gegooid hebben rijden we weer terug naar beneden.

Gelukkig hadden we nog een back-up camping in de stad. Het heeft de afgelopen dagen zo veel geregend dat we niet op het gras kunnen kamperen. Nou dan zetten we de tent wel op onder het afdakje op de tegels, want we gaan niet nog verder zoeken. Achteraf was het een prima keuze, een mooie tuin en een dakterras met keuken en uizicht op de bergen. De volgende dag hebben we eerst even lekker uitgeslapen en daarna zijn we de stad in gegaan om te lunchen bij cafe Andino. Als we daar bij het dakterras aankomen zien we Rob en Rens zitten, dat is toevallig :). Even later blijkt het alweer 5 uur te zijn en hebben we de hele middag op het terras lekkere koffie zitten drinken.

De volgende dag gaan we met z´n vieren de Chivan ruines met een bezoek te vereren. Onderweg hebben we geweldige uitzichten op de machtige bergen en glooiende heuvels en heldere laguna´s. Goed voor menig fotomomentje, maar op een gegeven moment moeten we Rob een maximum aan stops voor foto´s opleggen, anders bereiken we de ruines nooit :). Na een fantastische rit bereiken we de ruines van Chivan en maken we een ronde over het terrein. Na een indruk gekregen te hebben van het leven toendertijd gaan we het stadje in om wat te drinken. Als we naar het sapbarretje willen lopen komt er net een stel fotogenieke indiaantjes aangelopen met van die typische blosjes wangen van de zon en Hiske stopt snel een sole in haar zak. Dan vraagt ze of ze een foto mag maken en natuurlijk zeggen die indianen dan ´paga me´(betaal me) maar daar is ze op voorbereid en biedt een sole wat geaccepteerd word. Naderhand willen ze natuurlijk 1 sole per persoon, maar dat snappen we echt niet :). Dan nemen we een lekker vruchtensapje en koffie met een taartje erbij om daarna nog een kijkje te nemen in het verbazingwekkende luxe museum. Blijkt dat het museum door Japan is gefinancieerd (te merken aan de Japanse beschrijving bij de voorwerpen :)). Tijdens de terugreis begint het onderweg een beetje te regenen. Dit levert natuurlijk ook weer kodakmomentjes op. Als we weer in Huaraz aankomen lijkt er wel een dijk doorgebroken te zijn zoveel water stroomt er over de straat.

We hebben vanavond geen zin om te koken, dus besluiten we om even iets te halen. Hiske komt terug met een bakje met iets dat lijkt op shoarma en een bakje met kipsateetjes. Na even geroken te hebben aan de ´shoarma´ (de geur doet aan iets heel anders denken dat niets met eten te maken heeft, maar met de eindfase van gegeten voedsel) besluiten we deze aan een vrouw te geven die toevallig in de deuropening staat en daar ontzettend blij mee is :).

Na onze succesvolle expeditie naar Chivan lijkt het ons leuk om de volgende dag een hike te maken naar laguna 69. Daarvoor moeten we wel al om 6 uur vertrekken, maar dat hebben we er wel voor over. Die ochtend gaan we gewapend met een paar kilo manderijntjes en lekkere bammetjes met pindakaas op weg. We waren dit keer goed voorbereid en hadden alle aanwijzingen al op papier. Alleen bleek de heenweg in plaats van 2 uur 3 uur te zijn op een hobbelweg. Maar de omgeving maakte alles goed. Na een smalle kloof gepasseerd te hebben rijden we langs prachtige rotswanden met watervalletjes en laguna´s met helder groengekleurd gletsjerwater. Even later kunnen we dan eindelijk beginnen met de hike. De wandeling begint redelijk vlak maar op deze hoogte is zelfs een trap van 3 treden een hele opgave. Na een half uurtje gaat het vlakke deel over in quasi klimwand. We besluiten onbewust de hoogte een beetje te negerenen en gewoon even door te stappen naar de top. Als we dan op een hoogvlakte uitkomen maakt de miezerregen plaats voor meer serieuze regen en daalt het zicht tot een tiental meters. Het weer lijkt alleen maar slechter te worden en er staat nog een fikse laatste klim te wachten. We besluiten om terug te gaan, omdat de lol er zo wel een beetje afgaat. Wanneer we weer een heel stuk zijn afgedaald stijgt de temperatuur weer en zitten we zelfs met de lunch nog in een lekker zonnetje ook. Op de weg terug besluiten we het van de positieve kant te bekijken en, onder aanvoering van Rens, iedereen op de weg te begroeten met ´Hola Incakola´ (=de landelijke coca cola).

Als we terug zijn in Huaraz willen we de dag afsluiten met een lekkere koffie bij ons stamcafe. Als we eenmaal zitten blijkt iedereen een beetje gebroken en denken we dat we iets te fanatiek die berg hebben proberen te bedwingen. We vonden al dat het zo lekker ging en dat we al die andere ´langzame´mensen zomaar achter ons lieten, daar moeten we nu de tol voor betalen. Na een hapje en een drankje ging het alweer stukken beter, behalve met Rob die een beetje verbleekt en ervoor kiest om toch maar even te gaan ligen. Met z´n drieen hebben we de dag afgesloten met een lekkere pizza.

Bij de bakker tegenover ons hostel/camping verkopen ze lekkere andino broodjes (bergbroodjes met anijszaad). Maar elke keer als wij ze willen kopen zijn ze uitverkocht. Morgen om 7 uur dan hebben we ze weer. Dus Hiske op een zekere morgen om 7 uur opstaan (dat is een hele prestatie voor Hiske :P) om broodjes te halen .... blijkt dat ze ze weeeeeer niet hebben. Dus vraagt ze of ze die broodjes nog ergens anders verkopen, ´ja, daar om de hoek´ Loopt Hiske daar heen staat er alleen een oud mannetje bij een steegje die haar een beetje dom aanstaard en op een gegeven moment zegt ´we hebben taartjes´. Zal wel ergens anders zijn dan, denkt Hiske. Op dat moment komt er echter een vrouw aan met een hele grote mand met een doek erover. Ze kiepert die mand met allemaal verse warme stomende andino broodjes in een fietsmand. Dus Hiske komt helemaal blij terug met 2 zakken vol met heerlijke stomende broodjes.

De volgende dag willen we eigenlijk in 1 keer naar Huancayo rijden maar dat blijkt onderweg toch ongeveer net zover te zijn als vanaf hier naar de maan. Na Huaraz lijkt het wel uitgestorven op de weg en zo ook het landschap. Eindeloze vergezichten op bergen en hoogvlakten, het is lang geleden dat we zo´n uitgestrektheid hebben gezien. Op een gegeven moment passeren we een bord met de waarschuwing voor slaperigheid en hoogteziekte. Nou nu ze het er over hebben, de ademhaling en hartslag versnelt toch merkbaar, zonder iets te doen. Lijkt wel of er de hele tijd iets leuks/spannends/engs gaat gebeuren, heel apart. Maar zelfs Huanuco (wat halverwege ligt) blijkt onmogelijk haalbaar voor het donker, rond een uur of 3 resteert er nog maar 130 km, maar de vlakke 2 baansweg verandert na een klein dorpje opeens in een landweggetje met elke 100 meter ofwel een drempel, een tuk tuk of een kudde losgeslagen vee of zelfs een keer een soort bruiloft. Hier vinden het bruidspaar en muziekband de doorgaande weg de beste plek om te gaan dansen, best grappig natuurlijk maar nu even niet :P. De slingerende bergweg is net breed genoeg voor 1 auto en er kan natuurlijk in elke blinde bocht een bus, vrachtwagen of veekudde opduiken, wel spannend. Helaas kunnen we ons niet houden aan ons voornemen om niet in het donker te rijden. Tegen de tijd dat het donker begint te worden zien we 50 km verderop al wel Huanuco liggen, maar moeten we nog een kronkelde afdaling maken. Aangezien ze hier ook wel eens met kapotte of helemaal zonder koplampen rijden, soms de wegbreedte gehalveerd is door een wegverzakking en je de hele tijd naast een ravijn rijdt wordt het een gezellig ritje. Een tegemoetkomende politiewagen wil ons nog wel even vertellen dat wij witte toeristen niet in het donker zouden moeten rijden, dat is heeeel gevaarlijk. Ja meneer, Nee meneer. Maar gelukkig bereiken we toch weer heelhuids de stad en zo ook ons hostel voor de nacht. Op aanraden van de hosteleigenaar eten we weer eens lekker geroosterd vlees met zowaar wat groenten, heel lekker. Naast de aardappels kregen we ook een hele vieze droge maiskolf. We vroegen de serveerster wat choclo was (klinkt heel lekker als een soort chocolade) en zij wijst naar de maiskolf, beetje tegenvaller :).

De afgelopen tijd eten we nogal eens vegetarisch aangezien het vlees, of liever gezegd de onderdelen van dieren daar nogal onsmakelijk liggen te liggen, met name botten, huiden, ingewanden en ledematen. De hygiene beperkt zich voornamelijk tot het met een vies doekje wegslaan van de vliegen rond het vlees wat uiteraard gewoon lekker in de zon ligt voor te garen.

Na weer eens lekker geslapen te hebben in een echt bedje vervolgen we onze weg naar Huancayo. Het begint allemaal vrij voorspoedig met een mooie weg door een vallei, maar we weten dat we later weer hoger de bergen in gaan. Als het later dan zover is dan komen we langs gitzwarte bergen met littekens van de gletsjers die hier ooit waren, nu resteerd alleen nog een beetje sneeuw. Huancuyo bereiken we dan eerder dan gedacht en dus lijkt het ons wel een goed idee om meteen door te rijden richting de kust, het zal tenslotte naar beneden gaan en als we er om 7 uur zijn is ook nog prima. Om even af te wisselen leek het ons goed dat Hiske ook een stukje ging rijden. Na 500 meter gereden te hebben komen we bij een politiecontrole en deze wil werkelijk alle papieren zien, dat hebben we nog nooit meegemaakt, Hiske heeft ook altijd geluk :P. Gelukkig is alles in orde en we mogen weer verder. Algauw komen we erachter dat het misschien toch iets te hoog gegrepen was om door te rijden. De weg gaat namelijk over in de bekende landweg met blinde bochten etc. En we blijken niet echt naar beneden te gaan, maar eerder omhoog. Als we op een gegeven moment alleen maar tussen de rotsen rijden en alle begroeing het opgegeven heeft zien we een soort konijn met een lange staart of misschien gaan we hallucineren door de hoogte :). Als we langs een soort lamaboerderij rijden passeert ons een bus met schapen op het dak, als in staande schapen, zo kan het dus ook :). Dan spotten we een bordje met een park waar je kan kamperen, maar dat blijkt kamperen te zijn in de wildernis en daar hebben we hier in deze koude barre omgeving niet heel veel zin in. We zijn al op het punt dat we nadenken hoe we in de auto gaan slapen en waar. Op dat moment rijden we een bochtje om en zijn we plots in een mijndorpje met hooguit 50 inwoners, maar zowaar met een hotel, precies wat we nodig hadden :). Na het ´bed´gevoeld te hebben besluiten we nog een beetje af te dingen en voor dat geld weer wat te eten in het restaurantje wat bij het hotel zit. Het lijkt ons beter om onze eigen matjes op het bed te leggen zodat het nog een beetje slaapbaar word. Opvallend is dat ze hier alleen een koude douche hebben en dan te bedenken dat er nog net geen ijspegels uit de kraan komen.
Als we de spullen uitladen wil de 9-jarige bijdehante Oswald graag een handje helpen en hij volgt Hiske overal. Als Hiske zegt ´ik ga naar de wc´, moet ze er zelfs bij zeggen dat ze dat alleen wil doen :). Daarna tijdens het eten komt hij er natuurlijk gewoon weer bijzitten en allemaal vragen stellen heel grappig.
Na een warme thee verheffen we onszelf en kruipen we lekker onder de dekens, want het is echt retekoud hier. Als we de volgende ochtend wakker worden met een kromme rug lijkt het wel alsof er iemand op onze borstkas zit zo lastig is het ademhalen hier, beetje naar gevoel. Hiske is zelfs een paar keer ´s nachts wakker geworden met het idee dat ze niet kon ademen. Heerlijk overnachten op 4050 m.

Als we alles weer ingepakt hebben dalen we eindelijk af en komen we door leuke kleine dorpjes en door smalle kloven en valleien, over krakkemikkerige bruggetjes en smalle slingerpaadjes. Langzaam maar zeker wordt het groener en zien we zowaar weer bomen. Maar daarna wordt het steeds warmer en droger, terwijl we nog steeds langs de rivier blijven rijden. Tot er alleen maar een smalle strook begroeing langs de rivier overblijft en de rest van de omgeving bestaat uit zand en steen. We komen bij een dorpje waarbij ze de brug gebarricadeerd hebben met grote rotsblokken en het lijkt alsof je er alleen met de motor nog tussendoor kan. Verderop zien we een pickup door het water rijden en ik denk dat wil ik ook. Maar als we het weggetje op willen rijden zegt een van de taxibestuurders dat we toch over de brug moeten, dat past nooit denken we. Maar blijkt dat het wel past en dat we zelfs nog een centimeter over hebben aan elke kant :).
Een uurtje later bereiken we ons doel voor die dag, Lunahuana. Dit stadje ligt in de wijnvallei van Peru en hier vinden we een relaxte camping met plek voor de hangmatten en een mooi grasveld voor de tent.

Na een aantal dagen van budgetkamperen (er blijkt geen pinautomaat in het dorp te zijn) worden we door geldtechnische redenen gedwongen weer verder te reizen. Vandaag willen we tot Nasca komen, bij de bekende Nasca lijnen. We gaan als een speer over de vlakke wegen hier langs de kust. Daardoor rijden we helaas ook de uitkijktoren voorbij vanaf waar we een aantal Nasca lijnen goed kunnen zien. Misschien ook een klein beetje omdat ik niet geloofde dat dat daadwerkelijk HET uitkijkpunt was omdat er geen borden of iets dergelijks bij stonden. We waren een beetje bang dat Nasca voor ons verspilde moeite zou zijn, omdat we een vliegtochtje veels te duur vonden. Maar vanaf het uitkijkpunt is het toch ook wel boeiend en de lezing ´s avonds maakt het toch de moeite waard. Zeker omdat we een prachtige saturnus kunnen bekijken, door de telescoop.

We bereiken Nasca lekker vroeg zodat we nog even rond kunnen kijken waar we gaan slapen. We vinden een hotel waar we kunnen kamperen, maar daar vragen ze bijna net zoveel voor kamperen als voor een hotelkamer en als je het zwembad wil gebruiken komt er nog geld bij. Dus kijken we nog even verder en vinden een soort van camping/hotel in aanbouw waar niemand is. Er komt een soort knecht tevoorschijn, die de baas wel even zal gaan halen. Even later komt er een opgeschoten knaap op een brommer die ons even rondleidt en daarna ongegeneerd 25 euro durft te vragen (normaal betalen we ongeveer 6 euro in Peru) . Hij durft het ons alleen in dollars te vertellen, want in soles vindt hij het zelf ook wel wat veel klinken en hij denkt uiteraard dat alle witte toeristen uit de vs komen. Toen werden we even pissig op die gast en hebben we een kamer in een hostel genomen voor een kwart van die prijs, bloedzuigers zijn het!

´s Nachts worden we nog even wakker van iemand die de was aan het ophangen is op het dakterras naast onze kamer, wat natuurlijk heel normaal is. Een paar uurtjes later gaat die rotwekker alweer. We moeten eruit, want we hebben een rit van plus minus 10 uur voor de boeg naar Cuzco. We rijden eerst een hele tijd door de droge zandduinen en hoe verder en hoger we komen hoe steenachtiger het wordt. Dan komen we aan de andere kant van de berg en zien we opeens dat deze zijde helemaal begroeid is met grassige weiden. We dalen af naar het vredige mooie rivierdal wat ons een prima toeristenbestemming lijkt, maar deze is echter nog niet als zodanig ontdekt. Hier schieten we wat meer op. Als we tegen 3 uur pas in Abancay zijn en het nog 5 uur rijden naar Cuzco blijkt te zijn, besluiten we om hier in de buurt maar ergens een slaapplek te zoeken. Net buiten de stad passeren we een ´centro ecologico´ en we mogen onze tent op het speelveldje opzetten voor 30 cent per persoon :). Het stelt ook bar weinig voor, maar het kost dan ook geen drol. Ze hebben hier zelfs een soort van dierentuintje met echte poema´s, condors, en heel veel andere roofvogels en een grote struisvogel die hele rare toetergeluiden kan maken.

Als we de volgende ochtend weer verder willen gaan blijkt dat er niemand is om de ketting los te maken zodat we er met de auto uit kunnen. Terwijl ik iemand zoek, inspecteert Hiske de ketting en als ik dan terug kom zonder iemand gevonden te hebben blijkt uit de inspectie dat we de ketting zelf wel kunnen openbreken. Na de ketting gesaboteerd te hebben verlaten we het terrein en begeven we ons op weg naar Ollantaytambo (ja, probeer dat maar eens uit te spreken). Eerst moeten we nog een hoge bergpas over waarna we op een mooie hoogvlakte uitkomen. Dan dalen we af in de heilige vallei (waar de Inca´s voorheen leefden en door deze hele vallei heen zijn daarvan nog steeds de restanten te zien) en rijden we een tijdje later Ollantaytambo binnen. Een heel leuk middeleeuws aandoend klein dorpje, waar we lekker bij gaan komen van de lange tochten van de afgelopen dagen.

  • 18 Mei 2012 - 07:51

    Jose En Dirk:

    Ongekende en fantastische verhalen. Zo te lezen hebben jullie nu ook veel regen, en het lijkt me werkelijk een belevenis om de ervaring van die hoogte mee te maken. 'k heb geprobeerd jullie kilometers uit te rekenen, nauwelijks te doen: uitkomst rekensom: veel! Binnenkort zijn jullie jarig, dus alvast maar vanuit het koude Nederland (de zomer wil maar niet komen): VAN HARTE GEFELICITEERD.
    Dirk

  • 18 Mei 2012 - 07:59

    Michel:

    Jezus, Gappy. Wat een enorm verhaal. Ik zou er een boek van maken.

    Maar, daargelaten: het hond die op je tent pist-verhaal is nu al legendarisch. Tot over een paar maanden?

  • 18 Mei 2012 - 09:40

    Tineke:

    Hey Gaby en Hiske,
    Ik heb weer hardop moeten lachen om jullie verhaal. Wat een belevenissen. Het is toch ongelooflijk dat elk land je weer opnieuw blijft verbazen. Die lamalapjes die daar langs de kant van de weg hangen te rotten. Het kan dus toch nog gekker dan midden Amerika. Wij zijn inmiddels al weer drie weken thuis en twee weken aan het werk. Het is zo raar dat dingen zo snel weer gewoon kunnen worden. De boodschappen worden weer gehaald bij de jumbo en de wekker tettert elke ochtend vrolijk om half 7 om de kindertjes te verwelkomen op school. Ik vind het heerlijk om jullie verhalen te lezen en dan jaloers te zijn omdat jullie daar nog rondscheuren!! Geniet er nog van samen en ik wacht op jullie volgende jaloersmakende verhaal!!

  • 21 Mei 2012 - 12:41

    Gert:

    Ollantaytambo, makkie hoor. Even jullie kruip-door-sluip-door weggetjes opgezocht. Ik zou maar over Chinchero naar Cusco rijden, kun je nog even gaan zwemmen in het meer van Puray ((>:
    Zitten jullie wel hoog daar in Cusco zag ik, 3360 mtr. Unieke plek hoor, "de navel van de Aarde.'
    Ook wel zielig hoor, dat ze daar de Kreekies grillen op de BBQ, doe maar vegetarisch!
    Houdt nog een paar Molotovjes achter de hand voor 'je-weet-nooit'
    De Machu Picchu was geweldig begreep ik.
    Groetjes,
    Gert

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Gaby & Hiske

Actief sinds 10 Mei 2011
Verslag gelezen: 1138
Totaal aantal bezoekers 71675

Voorgaande reizen:

08 Juni 2011 - 10 Augustus 2012

Pan American Highway

Landen bezocht: