Colombiaanse brommers en Ecuadoraanse vicuñas - Reisverslag uit Salinas, Ecuador van Gaby & Hiske - WaarBenJij.nu Colombiaanse brommers en Ecuadoraanse vicuñas - Reisverslag uit Salinas, Ecuador van Gaby & Hiske - WaarBenJij.nu

Colombiaanse brommers en Ecuadoraanse vicuñas

Door: Gaby en Hiske

Blijf op de hoogte en volg Gaby & Hiske

19 April 2012 | Ecuador, Salinas

Tijd voor het vervolg van onze verschepingsavonturen. Na onze auto in de container te hebben gezet is het tijd om zelf ook richting Colombia te vertrekken. De dag begint al vroeg want om één of andere reden moesten we drie uur van te voren op het vliegveld zijn. Op het vliegveld gaat alles onverwacht soepel en professioneel. Dat is een aangename verrassing, ergens verwachten we nog steeds dat we niet echt in Colombia gaan komen vandaag. Mede daarom waren we vergeten dat onze rugtas met alle belangrijke papieren weliswaar een handige handbagagetas was, maar tevens een hoop dingen bevatte die niet toegestaan zijn in handbagage. Daar ging ons zakmes, dure antimuggenspray, schaar en nog wat spulletjes. Beetje jammer. Onze Engelse vrienden hadden ergens gelezen dat het `all you can eat` was tijdens de vlucht. Helaas blijkt dat niet zo te zijn. We krijgen precies 10 minuten de tijd tussen het opstijgen en het landen in om een lauwe burger weg te werken, die volgens de stewardess kip zou bevatten. Beetje tegenvaller, maar we zijn wel aan de andere kant van The Gap! Het is bijna niet te geloven maar 50 minuten later en bijna 800,- euro armer zijn we waarachtig in Cartagena, Colombia. Nadat we een hotel hebben gevonden waar we met z`n vieren een kamer kunnen delen is het al gauw lunchtijd en prepareren Alex en Lisa een heerlijke champignonnensoep. In midden-amerika zijn champignons moeilijk te verkrijgen, dus we genieten van deze heerlijk soep. Om te vieren dat we eindelijk uit Panama zijn besluiten we ´s avonds met z´n zessen (Tineke & José zijn dezelfde dag in Cartagena aangekomen) alle soorten biertjes uit te proberen op een gezellig pleintje in de oude stad. De oude stad blijkt eindelijk weer eens een gezellig leuk stadje te zijn met aardige mensen en kleurrijke gebouwen.

Onze auto is waarschijnlijk nog niet in Cartagena (vlakvoor we vertrokken uit Panama hoorden we dat het schip waarschijnlijk drie dagen later zou vertrekken). Maar de volgende dag besluiten we om de druk op de ketel te houden en een bezoek te brengen aan de contactpersoon in Colombia welke ervoor gaat zorgen dat wij onze auto´s terug krijgen. Zoals beloofd zitten we om 10 uur de volgende ochtend in het kantoortje van Sonia en Luis. Er wordt even tussen neus en lippen door vermeld dat het 50 dollar duurder zou worden….. Luis was het even vergeten door te geven aan Boris in Panama. Na een kleine discussie komen we tot de oplossing dat we de kosten delen en Louis dus de helft van dat bedrag betaald. Niet echt onze oplossing, maar we moeten hem nog wel even te vriend houden. We moeten tenslotte onze auto nog terug krijgen :). We spreken af dat Hiske en ik de volgende morgen samen met Sonia wat voorbereidend werk gaan verrichten, zodat we vrijdag de auto´s hebben. Dat klinkt toch bijna te mooi voor woorden.

´s Middags is het alweeeer zooo onzettend warm dat we het strand opzoeken en lekker willen afkoelen in de zee. Hiske en Lisa kiezen ervoor om op de hotelkamer een boek te lezen. Dus met z´n vieren nemen we een taxi en vragen hem ons af te zetten bij het beste strand. Als we ook maar een voet buiten de taxi zetten worden we al omringd door een 20-tal verkopers, die ons achtervolgen naar het strand. Als we eenmaal stilstaan slaan ze toe. De ene deelt zogenaamde gratis mosselen uit en terwijl je afgeleid wordt door de zonnebril verkoper spuit een masseuse al wat olie op je rug en begint met masseren. Alex heeft zich even later laten strikken voor een massage. En je raad al hoe dat gaat met mevrouw negrita bonita, spreek je een bepaald bedrag af, aam het einde willen ze altijd het 4-voudige. Maar met een hoop gemopper accepteerd ze uiteindelijk toch het briefje. Alex zat nog wel enige tijd met de billen te knijpen omdat hij bang was dat ze terug kwam met een paar gorilla´s om de rest van het geld op te eisen, maar dat gebeurd alleen in films natuurlijk :). Ondertussen moest ik alle massagevrouwtjes ook weg slaan, net vliegen. Lig je op je rug gaan ze je voeten en benen beginnen te masseren. Ga je zitten dan pakken ze je bij de schouders en rug. Rustig liggen is er niet bij, je moet constant alert blijven. Maar goed, als iedereen dan de verkopers heeft weten weg te jagen gaan we op zoek naar de verkoelende zee. Fout, de zee is zowaar nog warmer dan de lucht erboven, Bovendien zijn er geen golven en komt het water maar tot de knieen de eerste 50 meter. Conclusie: slechtste strand ooit. Dan verbaas je je toch over al die hotels, die hier neergeplempt worden. ´s Avonds besluiten we de strandfrustratie te vergeten door Jose zijn geweldige Mexicaanse soep met Colombiaans tintje te maken.

De volgende ochtend komen Hiske en ik op het afgesproken (vroege) tijdstip bij Sonia en Louis …. is er niemand. Dat begint lekker. Even later komen Luis en Sonia aankakken en dan blijkt dat ze sinds de laatste keer dat we ze gezien hebben geen reet uitgevoerd hebben. Hier geldt dus echt dat mensen alleen voor je werken als je er bent. Weten we dat ook weer. Uiteindelijk gaan we op pad en gaan we van kantoor naar kantoor en worden er vele handtekeningen gezet en formulieren gestempeld. Om een uur of 1 zijn we dan eindelijk klaar. Wat maar een heel klein beetje afweek van het uurtje dat Sonia in eerste instantie zei dat het zou duren. Maar goed we zijn al een stuk verder. Nu hoeven Alex en ik alleen nog morgen terug te komen en dan krijgen we als het goed is de auto´s.

Het plan is om de middag op een leukere manier te besteden en de moddervulkaan te bezoeken samen met Alex en Lisa. Aangezien we geen auto hebben kiezen we voor een tour. Je wordt bij je hotel opgehaald en afgezet en het lijkt nauwelijks duurder dan zelf met de bus. Helaas komen we erachter dat zo`n tour ook een nadeel heft …. Het duurt een uur voordat iedereen is opgehaald en we eindelijk op weg kunnen. Voor Alex en Lisa was het de druppel toen we na een uur weer vlak langs ons hotel reden. Ze stapten uit en gingen hun geld terugvragen. Wij twijfelen nog even of we er ook uit gaan, maar we zijn nu al een uur aan het wachten, erger wordt het vast niet :). Gelukkig blijkt dat we hierna in een keer doorijden naar de vulkaan. Na een uurtje rijden parkeren we naast de vulkaan. Eigenlijk is het een soort babyvulkaantje van 20 meter hoog heel grappig. Als we ons in badkleding gehesen hebben klauteren we de trap naar de top van de vulkaan op. Op de top vinden we een soort bad van 4 bij 4 meter gevuld met vloeibare chocolade lijkt het. Dan moeten we ons langzaam in de blubber laten zakken. Wat een heel raar gevoel is. Het lijkt net drijfzand als je erin gaat en dan heb je het idee dat je naar beneden gezogen wordt en gaat stikken in de modder. Het grappige is dat de modder echter opwaartse druk geeft waardoor je (gelukkig) niet kunt zinken. Als je jezelf probeert onder te duwen en jezelf dan loslaat schiet je omhoog. Wanneer je gaat liggen dan lig je bijna op de modder, erg vreemd maar het is wel erg ontspannend. Natuurlijk hoort het erbij om je helemaal in te smeren met de modder. Een groepje Duitsers komt er echter achter dat het niet heel lekker is om je hoofd onder de modder te doen. Aangezien je geen schone handen hebt om de modder uit je ogen te vegen :). Het feit dat er geen bodem is en er regelmatig een grote luchtbubbel omhoog komt zorgt voor een onwerkelijk gevoel. We zijn blij dat we hebben doorgezet, want het is een boeiende ervaring zo´n moddervulkaan. Na een uurtje rondgesparteld te hebben in de chocolademodder klimmen we uit de kuip en proberen we de overvloedige modder uit de badkleding te krijgen. Dat lukt niet echt goed, maar gelukkig kunnen we in het naastgelegen meer onszelf reinigen (modder uit je oren krijgen is lastiger dan gedacht). Daarna nemen we weer plaats in de bus voor de heerlijke terugreis :).

De volgende ochtend gaan Alex en ik al om 6 uur op pad om op tijd bij Sonia op kantoor te zijn. In tegenstelling tot de voorgaande keer waren het dit keer Luis en Sonia die aan het wachten waren op ons. Gelijk nadat we aankomen stappen we in Sonia`s auto op weg naar de haven. Daar aangekomen gingen we direct door naar de container. Het blijft nog even spannend, maar helemaal aan het eind blijkt dan toch echt dat het dezelfde container is, die we gedaggezegd hadden in Colon, hoe is het mogelijk! Dan moeten we nog even wachten op de man met de hamer, die het slot gaat verbrijzelen. Dat duurt natuurlijk minimaal een half uur en dan verschijnt hij uiteindelijk toch. Met een paar snelle armbewegingen weet hij de container te openen. Vervolgens moeten we wachten tot iemand anders gekeken heeft of er daadwerkelijk 2 auto´s in zitten. Dan is het zover en mogen we de auto´s uit de container rijden. Maar we mogen ze natuurlijk nog niet meenemen eerst moeten alle papieren in orde gemaakt worden voor de douane. Op een gegeven moment lijkt het er verdacht veel op dat we precies dezelfde kantoortjes afgaan als de dag ervoor. Opeens heb ik het door, Sonia is de papieren kwijtgeraakt (omg!) en nu moesten we al ons werk van gisteren nog een keer doen!!. Eigenlijk is het nog het ergste dat Sonia niets uitlegt of even sorry zegt, maar we gewoon alles nog een keer doen alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Maar rond een uur of twee is het dan echt zover en mogen we de auto´s het terrein afrijden, tsjakka! Slechts twee dagen, 10239 kantoren en 300989 formulieren, 377 stempels, 184 handtekeningen, 8 vingerafdrukken en een paar miljoen pesos armer. We hebben het er graag voor over om de auto´s terug te krijgen. Ondertussen wordt er voor ons een heerlijke typische colombiaanse lunch bereid door een lieve oude vrouw die in het hotel werkt. De dag ervoor had ze voor de werknemers van het hotel arroz con coco (kokosrijst) bereidt en dat vonden wij heel lekker ruiken. De señora boodt aan om dat ook voor ons te maken als wij de ingredienten kochten, deal!

Na deze geweldige maaltijd gingen we op weg naar Turbaco. Volgens Sonia was dit een heel leuk plaatsje in de bergen op maar 15 minuten van Cartagena. Perfect dachten wij, dan zijn we de stad uit en kunnen we de dag erop makkelijker richting Mompos. Zo gezegd zo gedaan, de weg blijkt iets moeilijker dan gedacht en na een uur lijkt de weg dood te lopen in iemands achtertuin. Dat leek een goed moment om nog maar eens de weg te vragen :). Als het begint te schemeren vinden we dan eindelijk het heel goed verstopte hotel waar we naar op zoek waren. Toen we daar aankwamen bleek het een soort paardenhotel in vergane glorie te zijn. Maar goed niet klagen, we mochten er tenminste kamperen en er werd voor ons gekookt terwijl wij nog even bijkomen in het zwembad. Dat het stadje leuk was en dat het in de bergen lag was gewoon gelogen. Het stadje was niet echt fantastisch en het lag in de heuveltjes waardoor het wederom een zeer zwoele nacht werdt :S. De kudde honden van het hotel vindt het een geweldig idee om de hele nacht door elke vijf minuten aan te slaan en als we dan eindelijk in slaap vallen worden we om half zes gewekt doordat een medewerker van het hotel het een geweldig idée vindt om de radio keihard aan te doen. Zucht, niet echt een geweldige eerste nacht weer in ons tentje. De volgende ochtend staan we echter vol goede moed op en gaan we naar het stadje om onze voorraden aan te vullen en een wegenkaart te zoeken. Dat laatste blijkt echter onmogelijk te vinden. Het belooft een lange dag te worden :). Al met al is het gelukkig te doen zonder kaart zolang we maar regelmatig de weg blijven vragen.

Aan het begin van de middag vinden we `aanlegplaats` gevonden waar de veerboot later zou afmeren. Deze is niet als zodanig herkenbaar, want er is aan niets af te lezen dat hier over twee uur een veerboot met plaats voor 40 auto´s aan gaat leggen. Na een tijdje gewacht te hebben komt er inderdaad een gemotoriseerde ponton aan met auto´s erop. Wanneer we aan het wachten zijn totdat de tijd gaat komen dat we de pont op mogen rijden worden we ontdekt door 2 voetbalteams, die ook met de boot gaan. Die vonden ons razend interessant. Niet dat zij Engels konden of dat ons Spaans zo vloeiend is, maar toch was het goed mogelijk om met ze te communiceren. Als we eenmaal op de pont staan zijn we wel een beetje uitgepraat met de jongens en verschuilen we ons in de camper van Alex en Lisa. Maar dat weerhoudt ze er niet van om naar de camper toe te komen en door de ramen naar binen te staren. Grappig is dat Alex en Lisa voorin zitten en zij dus in de line of fire zitten en eigenlijk geen Spaans kunnen, terwijl ze wel allemaal vragen van die gasten krijgen :).

De boottocht voert ons door de droge rivierendelta, klinkt een vreemd maar toch waar. Grote rivieren, maar er groeit niet zo gek veel op de oevers. Dan is het nog maar een klein stukje rijden naar Mompos. Mompos staat op de Unesco werelderfgoedlijst en zou volgens de boeken er nog net zo uit zien als 300 jaar geleden. Kleine straatjes en drukke pleintjes, boompjes in de wegen, mooie huisjes en kerkjes. We hebben voor die avond een slaapplek gereserveerd in een hostel, maar als we daar aankomen is onze slaapplek al vergeven…. Maar als uiteindelijke oplossing kan hij ons wel een betere kamer geven voor dezelfde prijs, excellent!. Alleen de dure kussens worden verwijderd en we mogen de airco niet gebruiken, beetje jammer aangezien het hier misschien nog warmer is dan in Cartagena . De dames zijn uitgeteld, dus worden Alex en ik erop uit gestuurd om op jacht te gaan naar wat te eten. We vinden op het dorpsplein een geweldige grilltoko met lekkere grote stukken geroosterd vlees gecombineerd met yucca en papas. Hij had zelfs handige piepschuim meeneembakjes. Ideaal dat hij met z´n machete al het vlees op maakt hakt, zodat het in het bakje past. Minder ideaal dat hij dat ook doet met de kippenpootjes. De botsplinters zitten in mijn haar, maar het pastte wel in het bakje :).

De volgende dag slapen we heerlijk lang uit en daarna nemen we een fantastische douche. Daarna verkennen we de stad totdat het te heet wordt om je op straat te vertonen. Tegen de tijd dat de zon bijna ondergaat doen we nog een rondje stad en vonden we het wel welletjes. We besluiten dat we genoeg hebben van de benauwde hitte en gaan de volgende dag op weg naar hoger gebied. De geflipte Engelse hoteleigenaar geeft ons een hele waslijst met richtingaanwijzingen naar Bucaramanca, waar lekker te lunchen en waar het beste te tanken. Maar ook dat we het echt niet in 1 dag gaan halen om 5 minuten later te zeggen dat het ook leuk is om te logeren in een plaats ver onder Bucaramanga, huh? Onderweg blijken een aantal van zijn aanwijzingen goud waard. De weg begint goed, met hier en daar een slapende hond of man, sjokkende koe of rennende biggen op de weg, kortom niets bijzonders. Hoe verder we rijden hoe meer het asfaltpercentage afnam, maar hoe groener en natter het wordt. De weg is ondertussen voornamelijk zand met grote plassen, wat het leuk maakt om doorheen te crossen :). We rijden veel over zanddijkjes met aan weerszijden een soort groene uiterwaarden vol met gekleurde bloemen en grazende koeien, net Nederland alleen veel warmer. Op een gegeven moment komen we bij de plaats El Banco, waar de hoteleigenaar ons aanraadde iemand geld te geven om ons de stad weer uit te leiden. Wij besloten het gewoon gratis te vragen aan een jonge gozer. Hij zei `volg die bus` en dat was net zo simpel als het klinkt en goedkoop :). Uiteindelijk komen we dan op de grote weg (2 baans asfaltweg), vanaf hier was het allemaal kinderspel tot aan onze bestemming. We komen er wel achter dat de benzine hier enorm duur is en de weg bezaait met heeele langzame vrachtwagens. Dat is allemaal tot daar aan toe, maar als ze dan ook nog elke 50km belachelijk veel tol gaan vragen terwijl er geen alternatieve weg is dan wordt het behoorlijk irritant.

Halverwege maken we nog een tussenstop om even te luchen. We bestellen de almuerzo (vaste lunch), maar hadden er even niet aan gedacht dat dat hier altijd bestaat uit twee maaltijden. Een natte en een droge wat wil zeggen eerst een gevulde soep met ongeveer dezelfde ingredienten als het hoofdgerecht wat daarop volgt. Gelukkig snappen ze hier ook de doggybag en het scheelt vanavond weer een keer koken :). Na de stop laten we het warme platteland achter ons en gaan we de bergen in. De begroeng wordt allemaal wat groener en wat dichter en het klimaat duidelijk frisser, heerlijk. Ronde en uur of 3 besluiten we de handoek in de ring te gooien en een slaapplaats te zoeken. We passeren een mooie balnaerio en vragen of we daar mogen kamperen. De volgende dag willen we weer op tijd het terrein verlaten, maar de camper van Alex en Lisa wil maar niet starten. Dus halen we de startkabels erbij, nu wil hij wel starten maar slaat hij elke keer weer af. Er zit niets anders op dan er een monteur bij te halen. Blijkt dat het luchtfilter heel vies is en er een ventiel kapot is bij de carborateur. Ondertussen heeft de eigenaar een dam lopen bouwen in de rivier, die over het terrein stroomt. Hierdoor is er een zwembassin ontstaan waar ik nog even lekker een verfrissende duik neem. Als de camper dan uiteindelijk gerepareerd is kunnen we alsnog op weg. Ons doel voor de dag hebben we iets naar beneden bij moeten stellen. We willen proberen tot San Gil te komen. Na een hoop bochtenwerk, afdalingen en klimmetjes hebben we opeens de camper weer uit onze achteruitkijkspiegel verloren. We besluiten om even te wachten, maar het duurt zo lang dat we ongerust worden en even terug rijden om een kijkje te nemen. Komen we Lisa en Alex aan de voet van een hoge berg tegen met kapotte remmen. Hoeveel pech kan je hebben op een dag. Het begint al laat te worden en we besluiten alvast op zoek te gaan naar een camping. En als de camper dan weer rijdt en remt dan kunnen ze ons vinden aan de hand van een signaal, een rood lint. We klimmen langzaam maar zeker omhoog totdat we het nationale park Chicamocha hebben bereikt. Vanaf hier hebben we een spectaculair uitzicht over het grote ravijn van het park. Na een aantal gesloten campings vinden we er 1 die wel open is. De eigenaar is bijna overvriendlijk en helpt ons het rode lint ophangen bij de ingang. Niet veel later arriveren ook onze vrienden ook en blijkt dat ze gewoon zijn gaan rijden zonder dat de remmen gemaakt waren omdat de monteur ter plekke er eigenlijk toch geen verstand van had. We worden door de eigenaar uitgenodigd om die avond een vriendschapsvuur bij te wonen. Alex en Lisa hadden nog een flesje rum staan en een flesje koffie tequila, dat kwam goed van pas. Het leek me leuk als er ook een beetje gitaar gespeeld werd, dus ik gaf mijn gitaar aan de campingeigenaar :). Hij bleek heel aardig gitaar te kunnen spelen en zelfs een beetje te kunnen zingen. Even later riep hij er een oudere man bij, deze had zijn eigen kleine gitaartje em begon als een dolle te spelen en te zingen onder begeleiding van zijn zoon op de rasp, fantastisch. Niet veel later moest zijn zoon de auto erbij halen om via de speakers wat Colombiaanse muziek te spelen. En natuurlijk moesten Lisa en Hiske een dansje maken met de aardige man (oude viezerik). Claudia en Rodrigo, een Colombiaans stel van onze leeftijd hebben hun auto er ook bijgehaald om via hun radio ook muziek te spelen. Toen kwamen Alex en Lisa met het idee om het `Roxanne`-spel te spelen. Dit gaat als volgt, de groep mensen wordt verdeeld in 2 groepen. Als het nummer Roxanne gedraaid wordt reageert de ene groep op het woord Roxanne en de andere groep op de woorden Red light. De reactie houdt in dat je glas leegdrinkt en dan een rondje draait. Kortom het dak ging eraf :).

De volgende dag nemen we afscheid van Alex en Lisa, want zij gaan hun remmen laten repareren in het dorp en daarna willen ze langzaam afdalen naar Villa de Leyva waar hun volgende trouwerij is. Wij daarentegen willen juist een beetje opschieten. Wij gaan vandaag al naar Villa de Leyva, wat een heel leuk bergdorpje blijk te zijn. We zijn het er over eens dat het op Tibet lijkt. Niet dat we daar ooit geweest zijn, maar dat idee hebben we gewoon :). Het hostel hier in de Colombiaanse hooglanden is ook geweldig. We hebben zelfs een keuken tot onze beschikking inclusief een steenoven om pizza´s en brood te bakken. En we slapen als een roos in deze muisstille koele omgeving. Na een ochtendje relaxen en een middagje door het dropje slenteren is de dag alweer voorbij en duiken we er vroeg in want de volgende ochtend willen we een blik werpen op de paasprocessie optocht en daarna door richting Bogota. De optocht de volgende dag was niet zo groot als gedacht, maar wel mooi om te zien. We willen vlak voor Bogota nog even een bezoekje brengen aan de cathedraal in de zoutmijnen. We waren alleen even vergeten dat iedereen in Colombia daar heen gaat met Semana Santa (Pasen). Het leek wel alsof er een toeristenbom was ontploft, die hebben we dus maar even geskipt. Daarna waren we al snel bij de grens van Bogota, de grote stad met 8,5 miljoen mensen welke we graag willen omzeilen. Gelukkig vinden we meteen een bordje met Cali erop en hebben goede hoop dat we snel de stad uit komen. Maar na een half uurtje cruisen zijn de bordjes opeens verdwenen en moeten we overgaan op het backup plan, de weg vragen. Totdat we op een gegeven moment in een of andere achterstandswijk zijn uitgekomen en de persoon aan wie we de weg vragen nog nooit gehoord heeft van de stad Cali. Terwijl Cali een van de grootste steden van het land is...... Maar bij de benzinepomp blijken altijd mensen te werken, die wel vaker in een auto hebben gereden en dus wel de weg weten, gelukkig. Eenmaal op de autopista breekt er een wolk en moeten we overgaan op de amfibishe mode. Maar het schiet wel lekker op zo´n snelweg. Als we de regen en de vieze stad achter ons laten is het echter ook al aan het einde van de middag en besluiten we ons kamp op te zetten bij een soort balneario (we weten hier nog steeds geen goede vertaling voor, maar je kan er in ieder geval altijd zwemmen). Die avond besluiten we de droge bonen te proberen. Die blijven mensen maar aan ons schenken en nu weten we waarom. Die bonen moeten eerst minimaal 24 uur weken en daarna nog een uur koken. Maar het resultaat mag er dan ook zijn, nog steeds te harde, vieze en smakeloze bonen. Die zou ik ook weggeven :).

De volgende dag gaan we proberen om Salento te bereiken In eerste instantie hadden we dat in 1n dag gepland, maar nu moeten we nog maar zien of het in twee dagen lukt :). We besluiten eerst wat te ontbijten aan de rand van een groot ravijn wat onderdeel is van een nationaal park. Als we onze buikjes gevuld hebben begint het al gauw weer hevig te plensen en zijn we blij dat we in de auto zitten en niet op de fiets :). Of dat we langs de weg staan met onze duimpjes omhoog. Het leger, wat hier bestaat uit kinderen van een jaar of 17, staat hier langs de weg om hun aanwezigheid te tonen. En om te laten zien dat het veilig is doen ze hun duimpje omhoog (althans dat is onze beste theorie). Heel apart allemaal en dat doen ze dus ook in dit hondeweer :). We dalen af door een mooie kloof om even later weer te stijgen in een ongeloofelijk bergachtig gebied. Dan begint de nachtmerrie, die 20 kruipende vrachtwagens op een rij bij een 40 kilometer klim heet. Het blijft ons elke keer verbazen waar mensen hier geld voor vragen. Nu zien we mensen geld vragen omdat ze in een scherpe bocht staan en laten je weten door met hun vlaggetje te zwaaien of je in de bocht kunt inhalen, melkertbaan denken we.
Dan bereiken we de top en begint de lange, lange, lange afdaling. We hebben nu ook geleerd dat als je bijvoorbeeld voorrang neemt terwijl je daar geen recht op hebt of dat als je als 5e auto in de rij achter een vrachtwagen gaat inhalen (waar je ook geen recht op hebt) je gewoon even toetert en voorrang opeist. Hetzelfde als je gaat inhalen terwijl er een tegenligger aankomt, dan sein je even met je licht, wat betekend dat de tegenligger moet remmen omdat jij koste wat het kost nu gaat inhalen. Superhandig. De busen hebben daar zelfs een knecht voor ingehuurd die uit de deur hangt en automobilisten die de bus inhaalt (op de meest bizarre momenten) tot remmen maant met zijn handje. We zouden een leuke ´blik op de weg´-jaargang kunnen vullen :).

Tijdens de afdaling is het benzine lampje al herhaaldelijk gaan branden en is het tijd om onze dorstige vriend zijn dorst te lessen. Als we hem weer volgegooid hebben en weg willen rijden doen de remmen het niet.. ai das lastig. We denken dat ze een beetje gefrituurd zijn tijdens de afdaling en besluiten even te wachten om ze af te laten koelen. Na een tijdje hebben we weer remkracht en denken we dat het wel weer kan als we voorzichtig doen. Als we dan toch diezelfde dag nog Salento bereiken en we kunnen kamperen bij een outdoor activity center zijn we weer helemaal tevreden. We koken een lekker linzensoepje en gaan al vroeg gestrekt na de lange dag. De volgende morgen gaan we de Valle de Cocora bezoeken, een vallei met 60 meter hoge palmbomen in een nevelwoud. Ziet er net zo apart uit als het klinkt. Een hele mooie rit door de groene vallei, waar een grote rivier doorheen kronkelt omgeven door beboste bergen. Het plan was om bij het eindpunt te gaan wandelen, maar als we daar aankomen hebben de paarden de wandelpaden veranderd in een modderpoel (Colombianen lopen niet dus worden er paardrijritten aangeboden). We rijden terug naar het stadje en besluiten net voor het stadje te parkeren en een wandeling te maken over de weg die we net gereden hebben. Toch nog wat beweging te pakken vandaag. Als we weer terugkomen bij de auto rijden we naar het uitzichtpunt op de vallei en verorberen onze lunch. De rest van de middag spenderen we met door het kleurrijke stadje te slenteren en te genieten van een vers vruchtensapje van de lokale vruchten ´tomate de arbol´ (=boomtomaat) en ´lulo´. Als we net de boodschappen gehaald hebben voor het avondeten begint het ook hier te regenen, na een heerlijk zonnige dag. En die regen blijkt ook de hele avond en nacht aan te houden tot vervelens toe. Dan komt toch het moment dat we honger krijgen en eten willen gaan maken. Gelukkig is er vlakbij een soort huisje waar we net met z`n twee eten kunnen koken. Nou ja eten, we hadden nog een noodmaaltijd bestaande uit een pakje kant en klaar mac and cheese, om de bereidingstijd te beperken :).

De volgende dag is het weer een stralende dag als we opstaan en we laten de tent opdrogen in zon. Dan nemen we de slingerweg weer uit het dal en begeven we ons richting Popayan, een kleine 360 kilometer zuidelijker.Vandaag leidt de weg gelukkig over een vlakte en binnen 4 uur zijn we al in Popayan, zo kan het dus ook :). Popayan is een aardige plaats, maar niets bijzonders. Alle huizen zijn wit en alle straatjes hebben kinderkopjes, maar het mist alleen een beetje charme en karakter. Volgens de tourist office kunnen we kamperen op een sportpark aan de rand van de stad. Als we het gevonden hebben leidt een alleraardigste opaatje ons naar onze plek. Er is een soort huisje beschikbaar waar we onze tent in kunnen opzetten en na de afgelopen nacht lijkt dat een prima idee ;). Het opaatje gaat druk aan de slag voor ons door brandhout te regelen, nieuw lampje op de wc, wcpapier, geweldig!
De volgende ochtend zijn we al vroeg op pad naar de markt van Silvia. Dit is een hele traditionele markt in de bergen waar de indiaanse bevolking één keer per week afdalen vanuit hun reservaten in de hoge bergen om hun waar te verkopen op de markt. Jammer is dat ze het niet tof vinden als er mensen foto`s maken want ze zien er wel heel apart uit met hun hoedjes, blauwe vestjes en hoge bergschoenen onder hun rokken. Ze vinden ons echter net zo´n bezienswaardigheid als wij hen, want toeristen zien ze weinig.
We willen graag de typisch colombiaanse aardappelsoep Ajiaco con pollo maken waarvan we het recept hebben gekregen van Claudia. Op deze markt hadden ze 10-tallen soorten aardappelen (en dan zeggen ze dat wij aardappel eters zijn) en we kozen een aantal aparte aardappels. We hebben natuurlijk niet zo veel nodig voor een maaltijd en dat zijn ze hier niet gewend. Het was dus een behoorlijke rekenkundige opgave voor de verkopers om uit te rekenen hoeveel een halve libra is ipv de gebruikelijke 6 libra :). Even verderop komen we langs een kuikentjes verkoper die nog voor de pasen geverfde kuikens aan de man probeert te brengen. Felroze, groene en gele kuikens :).

`s Avonds proberen we een vuurtje aan de gang te krijgen van het natte hout dat we van onze nieuwe opa hebben gekregen om daarop ons avondmaal te bereiden. Als het dan eindelijk goed fikt begint het natuurlijk te regenen en moeten we helaas toch ons gasstelletje gebruiken. Het aardappelsoepje krijgt een hoog eindcijfer. De volgende ochtend is een vroege, maar we willen vandaag Colombia achter ons gaan laten en in één keer doorrijden naar Otavalo in Ecuador. Dit omdat in het gebied tussen Popoyan en de grens met Ecuador guerillastrijders aanwezig zijn. We willen het lot niet tarten door in dit gebied te overnachten. Wat ons vooral opvalt aan dit gebied is dat er bijna geen dorpen zijn. Als we de grens naderen wordt het een indrukwekkend berglandschap met vele kleine watervalletjes, die naar beneden kletteren uit de beboste kliffen. Als dit gebied veilig zou zijn is het een geweldige toeristenbestemming.

De grens met Ecuador is een lachertje. Er is geen wachtrij en een stempeltje hier en een papiertje afgeven is alles wat er plaatsvindt. Het importeren van de auto aan de Ecuadoraanse zijde is het enige wat iets stroever gaat omdat de beambte niet snapt dat de auto uit Alaska komt maar wij gewoon in Nederland wonen. Volgens hem moesten we dan toch ook in Alaska wonen. We hebben hem uiteindelijk maar gelijk gegeven om het niet te lastig te maken :). Het eerste beeld van Ecuador is heel anders dan dat van Colombia. De voor Colombia zo typische brommers (waar echt iedereen op rijd) zijn hier bijna helemaal verdwenen en ze hebben hier zelfs straatverlichting op de 4-baans snelweg. Na een mooie rit door de uitgestrekte Andes bereiken we Otavalo. Het is al donker geworden als we het stenen pad vinden wat omhoog leidt naar het hostel waar we ook kunnen kamperen. Na een tijdje zoeken vinden we het hostel en het blijkt een heel gezellig en fijn hostel te zijn. Het hostel wordt gerund door een Ecudoraan en zijn Britse vrouw. De gastheer laat ons zien waar we in de grasweide onze tent kunnen opzetten. Een prettige bijkomstigheid is dat ze hier ook verse pizza`s serveren en dat is precies wat we nodig hadden na een lange dag rijden, een pizza met een biertje. Dan kruipen we onder de wol met de wetenschap dat het best wel eens koud kan gaan worden zo hoog in de bergen. We slapen echter heerlijk en worden `s ochtends wakker doordat er een paard aan de tent aan het snuffelen is. We staan dus echt in een weide met 2 paarden, dat hadden we in het donker even gemist. Als we de deur van de tent openen hebben we een geweldig uitzicht over het berglandschap. Kamperen is hier inclusief ontbijt dus we genieten van warme broodjes, jam, vers fruit, koffie en een vers vruchtensapje.

De tweede ochtend gaan we een hike doen die ons naar de top van de Fuya Fuya berg brengt in een luttele twee kilometer. Maar op deze hoogte is twee kilometer dodelijk merken we later. Ook al steigen we maar 650m, de top ligt op een hoogte van meer dan 4300m. De klim was kortom letterlijk en figuurlijk adembenemend. Elke 20 meter stijgen betekent twee minuten stoppen om op adem te komen en te zorgen dat je hart niet uit elkaar spat. Halverwege vinden we een grote steen, die door de zon lekker voorverwarmd is en gaan daar even lekker in de zon liggen. De wind op deze hoogte is behoorlijk fris, maar in de zon is het heerlijk. Vanaf hier hebben we ook een mooi uitzicht over Laguna de Mojanda, het meer aan de voet van de berg en een dal. Na twee uur zwoegen kunnen we onszelf koning van de berg noemen. Dan beginnen ondertussen de wolken aan te zwellen en klinkt er een donderslag niet heel ver weg. Ai dat is nou net de verkeerde plek om te zijn, zo op de top van een kale berg als het gaat onweren. Dus wij als de wiedeweerga naar beneden glijden/rennen. Met bibberende benen van de inspanning bereiken we de bodem en brengen we onszelf in veiligheid in de wagen. Als we weer terug zijn bij het hostel trakteren we onszelf op een welverdiende hete douche en een lekkere warme chocomel.

De volgende ochtend is het marktdag, de eigenlijke reden van ons bezoek aan dit voor de rest niet heel bijzondere stadje. Een heel groot deel van het centrum is ingericht met allerlei markstalletjes. Leuk om te zien zijn de hele geroosterde varkens, die op een schaal liggen waar ze stukjes vanaf snijden en serveren met (uiteraard) een soort bonen. Ook worden er veel dekens, sjaals , sokken en truien van alpaca wol verkocht, heerlijk zacht en superkleurrijk. Na een drukke marktdag keren we weer terug naar onze thuisbasis in de oase van stilte. De eigenaren hebben een hele bijdehante driejarige dochter, die lijkt op een klein indiaantje. De twee weeskuikentjes in het hostel hebben haar als mama geaccepteerd en lopen de hele tijd achter haar aan. Ze heeft wel instructies gehad van haar ouders om ze niet op te pakken, omdat ze ze dan misschien kapot knuffeld. Maar het is gewoon te leuk om ze op te pakken.....De volgende dag is het dan zover. Ze is met de kuikens van de glijbaan geweest en op één van de kuikens beland. Als mama vraagt waar het andere kuikentje is roept ze heel hard ´Dead!´. Tot zover een gebroken hartje :). Ondertussen zijn alle andere gasten alweer vertrokken en gaan we lekker bij het knapperende haardvuur zitten om een film te kijken. We kiezen voor een Argentijnse film, heel grappig is dat er op de achterkant staat dat de hoofdpersoon naar de grand manzana (Big apple) gaat in Nueva York. Na de film verwarmen we ons nog een laatste maal bij het houtvuur voordat we de koude tent weer inkruipen. Het is wel heerlijk slapen als het zo koud is en stil. Terwijl als de zon schijnt het overdag behoorlijk heet kan worden.

De volgende ochtend vertrekken ook wij weer, dit keer naar Baños. Als we de weg van ons hostel afrijden moeten we nog even stoppen om een foto te maken van de langharige rode varkentjes die langs de weg staan. Baños is één van de meest bezochte plaatsen van heel Ecuador. Tussen groene bergen, een kolkende rivier en naast een actieve vulkaan is dit stadje te vinden. Van onze hostess hebben we gelukkig duidelijke aanwijzingen gekregen hoe hoofdstad Quito te omzeilen. De weinig inspirerende tocht wordt aan het einde toch nog een beetje interessant als we langs de grote vulkaan rijden vlakbij Baños. De sporen van de laatse uitbarsting in december zijn nog duidelijk zichtbaar. We gaan op zoek naar een plek om te kamperen ook al zegt de zeer ongeinterresseerde jongen van de tourist office dat het nergens mogelijk is. Tijdens onze zoektocht komen we op een soort tweebaansweg wat de breedte heeft van een fietspad. Ze hebben heel optimistisch een middellijn op de weg getekend, alsof er dan opeens wel 2 autos naast elkaar passen. En om het uitdagingsgehalte nog ietwat te verhogen rijden er ook bussen op deze weg :). Allereerst passeren we een heel klein smal bruggetje over een diepe kloof met een wildstromende rivier. Dan kronkelen we verder omhoog om bij een bordje te komen met de naam van de balnaerio waar we naar op zoek waren. Alleen staat er opeens geen pijl meer bij zoals bij de voorgaande borden. Wie plaatst er nou een bord dat verwijst naar een plek zonder richting (tenzij het op de bestemming zelf staat natuurlijk). Niemand daar blijkt echter iets te weten van een balneario en we keren terug naar het stadje met het ongelooflijke aantal van 150 hotels (op een inwonertal van 15.000) om daar maar een nachtje in een hostel door te brengen. s`Avonds eten we in een restaurantje waar we twee mensen uit het vorige hostel tegenkomen. Een Duitse en haar Uruguyaanse vriend, Sebastian. We komen erachter dat Sebastian bij een import/export bedrijf werkzaam is en dat hij vrienden heeft bij de douane. Ping! Dat zou wel eens verdomd handig kunnen zijn als we onze auto willen importeren en verkopen in Uruguay! Sterker nog hij wil ons zelfs helpen om iemand te vinden die onze auto wil overkopen, zo dat klinkt goed! :).

Het matras van het bed is helaas nog dunner dan ons matje en de houten plank eronder ligt vreselijk. We besluiten dus de volgende dag onze zoektocht naar een camping voort te zetten. Omdat onze rem linksvoor een piepend/schurend geluid maakt besluiten we dat er maar even iemand naar moest kijken. Het schijnt dat je in de Andes nog wel eens je remmen gebruikt namelijk :). De jonge gozer met de bijnaam `Rambo` had aan 1 seconde luisteren genoeg om erachter te komen wat het probleem was en begon meteen met het opkrikken van de auto. Nadat het wiel eraf was en de rem losgemaakt liet hij zien wat het probleem was, versleten remblokjes. Maar nu kwam het lastige deel, de juiste maat remblokjes waren natuurlijk niet te vinden in dit dorp en moesten worden ingevoerd van buiten de stad. Maar gelukkig zat zijn jefe (=baas) net in Ambato, een grote stad op een uurtje rijden van baños. Hij wilde wel op zoek gaan naar remblokjes. Maar .... hij kon ons niet vertellen wat het allemaal zou gaan kosten van te voren. We voelen de bui al hangen, maar we zijn hier ondertussen goed in geworden en geven hem een maximum bedrag waarvoor hij inkopen mag doen. Tijdens het wachten op de jefe showt `Rambo` mij nog even zijn zelfgemaakte sportschool van gewichten samengesteld uit autoonderdelen, heel inventief :). Als de jefe terugkomt blijkt die `Rambo` dan nog even op maat moet maken. Home made zoals `Rambo` het zelf noemt. Hij is echter heel nauwkeurig en weet precies wat hij doet. Het resultaat mag er dan ook wezen. Uiteraard vervangen we de blokjes aan de rechtervoorzijde ook gelijk en als extra service worden de achterremmen ook nog even gecontroleerd, schoongemaakt en opnieuw afgesteld. Zo kunnen we aan het einde van de dag weer veilig op pad.

Via internet vinden we een camping een aantal kilometer buiten de stad, maar deze blijkt uiteraard al jaren dicht. Op de terugweg naar de stad komen we echter langs El pequeño paraiso (het kleine paradijs) waar een tentje als symbool op het bord staat, bingo! Het blijkt zelfs een hele leuke hostel/camping te zijn van een Braziliaans/Autralisch stel. Voorheen waren beiden reisleider op reizen met een grote truck door Afrika, Zuid-Amerika en Azie en deze plek was één van hun bestemmingen. De volgende ochtend als we onze douchespullen uit de auto willen halen zien we dat de hele auto bedekt is met viezigheid. Na enige inspectie blijkt het lava-as te zijn. De vulkaan heeft de hele nacht aswolken uitgespuugd en ook nu nog is een grote wolk te zien. Na navraag bij Mark en Sue (de eigenaars) blijkt dat dit regelmatig gebeurt en geen teken is dat de vulkaan op uitbarsten staat, dat scheelt dan weer. We vertrekken voor een hike langs 7 watervallen langs een veepad waar volgens Sue niemand komt. Het is inderdaad een leuke wandeling door de echte jungle. Jammer dat we geen machete hebben anders hadden we lekker de weg vrij kunnen kappen op de paden naar de watervallen :). Het pad voert voornalijk omhoog ( in tegenstelling tot wat Sue ons vertelde) en soms moeten we riviertjes oversteken of via losse rotsen omhoog klauteren. Helaas komen we op een gegeven moment bij een koeienweide waar deze beesten het pad hadden omgetoverd tot een modderpoel met een mix van koeienvlaai en blubber. Dat was voor ons genoeg om rechtomkeer te maken en weer naar beneden te lopen.

Op de weg terug lunchen we bij een restaurantje waar je forel kan eten. Het leuke is dat je eerst je eigen vis moet vangen. Als man wordt natuurlijk van mij verwacht dat ik dat doe dus ik kreeg een bamboestokje met draadje met daaraan een haakje. Daarbij kreeg ik een stukje fruit wat als aas diende. Wonder boven wonder waren deze vissen vegetarisch en vonden ze het fruit superlekker....alleen het haakje vonden jammergenoeg niet net zo lekker. Maar na een aantal keer strategisch inzetten van de hengel had ik er één te pakken. Wild spartelend kwam hij boven en ik probeerde hem in de emmer te mikken. Hiske had op dit moment zitten wachten, want ze weet dat ik niet echt een held ben met het vasthouden van een levende vis en het haakje er uit te peuteren. Tussen haar lachbui door zegt ze tegen het driejarige zoontje dat hij maar even zijn moeder moet halen. Maar in plaats daarvan rent het ukkie naar de vis en voordat ik ook maar iets had kunnen doen had hij de vis al uit de emmer gehaald en was het haakje er aan het uitprutsen. Binnen drie seconden had hij hem weer in de emmer met een grote grijns (die bijna die van Hiske evenaarde). Daarna is het tijd om de kok aan het werk te zetten en een tijdje later krijgen we de heerlijke vis voorgeschoteld.

We zijn natuurlijk nog lang niet moe, dus we gaan die middag ook nog even naar een enorme waterval ´Pailon del Diablo´. Dit blijkt een straffe afdaling van 20 minuten, die ons al doet opzien tegen de terugweg. Na een kleine donatie mogen we langs de slagboom waarachter het pad ligt dat leidt naar de waterval. De waterval is enorm en met een bulderend geluid knalt het water naar beneden in een bassin. Er is een leuk pad waar we op onze knieen doorheen moeten kruipen dat loopt tot achter de waterval waar je helemaal doorweekt wordt door het water. Helaas komen we er daar achter dat we dezelfde weg weer terug moeten omdat het pad ophoudt :). Vanaf een hangbrug hebben we een geweldig uitzicht op de waterval. Na al dit spektakel moeten we alleen nog even de berg bedwingen, die we daarstraks met gemak waren afgedaald. s`Avonds ontmoetten we op camping een frans stel (verbazingwekkend genoeg zonder kinderen en/of hond dit keer) die ook naar Argentinie gaan, Alleen zij hebben 9 maanden de tijd voor de complete reis van Canada naar Argentinie en dan vinden wij dat we moeten opschieten :).

Onze volgende bestemming is Salinas en wel om twee redenen. Ten eerste schijnt de reis er naar toe geweldig te zijn helemaal de hoogte in en daarnaast staat Salinas bekend om zijn geweldige kaas, salami en chocolade. Kan niet beter. De reis er naartoe is inderdaad ontzettend mooi, maar helaas is er veel mist waardoor we de gletsjer op de vulkaan bijna niet kunnen zien. Wel zien we vicuñas, de wilde familie van de lama. Opeens staan we midden in dit verlaten hooggebergte in een file! Na eeuwen wachten mogen we eindelijk verder. Wat blijkt er is een ongeluk gebeurt waarbij een personenauto op een politieauto is geknald. Nu maar hopen dat het de politie zijn schuld was. Op de plaats van het ongeluk ligt zelfs natte sneeuw wat er waarschijnlijk voor heeft gezorgd dat een auto in de slip raakte. Gelukkig hebben wij hele goede banden waar we op dit soort momenten erg dankbaar voor zijn. Als we aankomen in Salinas blijkt het stadje niet veel voor te stellen. Omdat het hier echt te koud is om te kamperen gaan we op zoek naar een hostel. Met heel lief lachen krijgen we zelfs een kamer voor dezelfde prijs als waar we gisteren voor kampeerden. Tja da´s het verschil tussen een toeristische trekpleister en een verlaten gehucht. Na een heerlijke luch met zowaar meergranenbrood (voor de Amsterdammers het leek echt op Hartogbrood!!) gaan we op jacht. De plaatselijke kaasboer laat ons de kazen proeven en inderdaad het smaakt als echte kaas! Joepie. Als dan daarna ook nog blijkt dat de chocolade heerlijk is kan onze dag niet meer stuk. Morgen gaan we richting Cuenca wat de kleine versie van Quito schijnt te zijn en daarna gaan we de grens over naar Peru.

  • 20 April 2012 - 10:22

    Pita:

    Heerlijk om jullie uitgebreide reisverhalen te lezen! Zeker nu ik min-of-meer gedwongen een dagje rustig thuis op de bank zit. Heb ondertussen de vrijdag echt nodig om bij te komen van vier dagen werken...pffff. Maar goed, merk dan ook meteen dat mijn kleine meisje het prettig vindt als ik het rustiger aan doe ;-). En vanaf eind volgende week mag ik al lekker met verlof! Joepie!
    Jullie maken echt geweldige dingen mee.....hou mijn hart vast als jullie weer hier in NL zijn en weer gewoon moeten werken en 'normale-mensen-dingen' moeten gaan doen ;-). Geniet nog fijn van de laatste maanden als nomaden!!
    Lfs, Pita

  • 20 April 2012 - 10:40

    Sabine:

    Wat een lap tekst zeg. En ik heb het nog woord voor woord gelezen ook. De auto is terug, jee! Damn, wat een gedoe. Je leert op die manier wel het land aardig kennen :) Hiske, ik zou ook hard gelachen hebben als ik zag hoe Gaby door een 3- jarig jochie geholpen werd met het losmaken van de vis :)

    Zo te lezen koken jullie vaak plaatselijke gerechten, leuk.

    Veel plezier weer!

    Xxx

  • 20 April 2012 - 14:15

    Remco:

    SjongeJongeJonge

  • 20 April 2012 - 18:03

    Jose En Dirk:

    Heerlijke reisverhalen, maar ik kan me voorstellen dat je een beetje in de rats zit als je je auto nog terug moet krijgen. Maar de auto is terug, en nu maar verder. En wat schieten jullie snel op! Het lijkt me fantastisch om dat verschil tussen hete dalen en frisse bergen mee te maken. Dat modderbad wil ik ook wel, en ook ik moest wel even lachen om dat forelletje. Blijf plezier houden en rust ook af en toe een tijdje uit!!
    Dirk

  • 23 April 2012 - 19:52

    Arianne:

    Dus naast alle toffe-ver-weg-verhalen (en hele jaloersmakende foto's) ook gewoon lekker hartog-brood, mmmm :-)

  • 24 April 2012 - 22:31

    Tineke Van Der Tuin:

    Hey Gaby en Hiske. Leuk om te lezen wat jullie verder nog hebben gedaan in Colombia. Wij moeten zeker eens terug komen. Maar ik las een paar keer het woord koud of regen dus ben toch wel blij dat we het dit keer niet hebben gedaan. We hebben totaal geen warme kleding mee. Hebben in Villa de Leyva 3 dagen moeten wachten voor de was droog was. Wij genieten van onze laatste avond in Cartagena. Morgen Bogota en dan naar huis. Jeetje en jullie zijn an bijna in Peru (waarschijnlijk nu al inmiddels) Jullie zetten goed wat tempo!! Maar goed ook want des te meer kun je zien. Wij wensen jullie nog heel veel plezier en blijven jullie volgen als we thuis zijn. Liefs Tineke en José

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Gaby & Hiske

Actief sinds 10 Mei 2011
Verslag gelezen: 1285
Totaal aantal bezoekers 70316

Voorgaande reizen:

08 Juni 2011 - 10 Augustus 2012

Pan American Highway

Landen bezocht: